De ondernemingsraad heeft niet bepaald een swingend imago. De debatten zouden vaak te veel gaan over procedures en te weinig over inhoud. Toch willen veel zittende leden na de verkiezingen weer in de raad. Advalvas sprak met drie leden voor wie de afgelopen periode hun eerste was.
Eén van hen, Eline Heppe, is niet opnieuw verkiesbaar. Met pijn in het hart, zegt ze. “Ik ben nu postdoconderzoeker bij de faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen en heb gewoon geen tijd meer voor de medezeggenschap, hoe belangrijk ik het ook vind.” Heppe kwam in januari 2018 in de raad omdat een van de leden van de ProVU-fractie vertrok omdat zijn tijdelijke contract niet werd verlengd. “Dat geeft ook gelijk mijn motivatie aan. Promovendi, postdocs en andere medewerkers met een tijdelijke aanstelling zijn ontzettend belangrijk voor de universiteit, maar er bestaat niet altijd voldoende belangstelling voor hun situatie. Daar wilde ik iets aan doen.”
Ze heeft geen spijt van haar tijd in de ondernemingsraad. “Ik heb er ontzettend veel geleerd. Eigenlijk had ik, voordat ik in de OR kwam, weinig binding met de VU. Ik deed mijn werk en ging weer naar huis. Ik heb hier ook niet gestudeerd. Nu zie ik hoe interessant de universiteit is en hoe dingen met elkaar samenhangen. Als ik nu langs een gebouw loop, weet ik wat daar gebeurt. In de ondernemingsraad komt ontzettend veel aan de orde. Ook met de nodige emotie. Het is daar helemaal niet zo saai als veel mensen denken. Eigenlijk zouden alle medewerkers er een snuffelstage moeten lopen.”
Serieuze zaak
Docent Staatsrecht Adriaan Overbeeke kwam eigenlijk onverwacht in de ondernemingsraad terecht. “Ik vind medezeggenschap belangrijk. Als student deed ik er al aan mee in de jaren zeventig. Maar ik heb een drukke baan als docent en onderzoeker met een flinke onderwijslast. Als je in de medezeggenschap gaat, moet je het wel goed doen en er tijd in investeren. Ik stond zesde op de lijst van de CNV. Dacht dat ik toch niet meteen gekozen zou worden. Maar mijn lijst won flink bij de verkiezingen en zo kwam ik er in. Wat ik wel merk, is dat ’t geen erebaantje is. Medezeggenschap vreet tijd.”
‘Liever meer personeel dan luxere gebouwen’
Voor de OR-verkiezingen staat hij nu nummer vijf op de CNV-lijst. Eén les heeft hij wel geleerd. “In de medezeggenschap moet je vooral gebruik maken van je eigen expertise en ervaring. Maar ik wilde ook iets doen waar ik de ballen verstand van had en ben in de commissie huisvesting gaan zitten. Ik ben niet zo blij met de flexplekken op mijn faculteit, in het gebouw Initium bijvoorbeeld. Maar besturen is keuzes maken. En als ik moet kiezen tussen luxere gebouwen of meer personeel, kies ik voor meer mensen. Flexplekken zijn tenslotte bedoeld om geld te besparen op de huisvesting. En ja, ook voor de medezeggenschap is het ingewikkeld om goed afgewogen keuzes te maken.”
Over huisvesting heeft Eric-Jan Hartstra ook een mening. Hij is evenementen-organisator bij De Griffioen en onder meer betrokken bij de introductiedagen voor nieuwe studenten. “Zo’n luxe is die nieuwbouw van de VU natuurlijk ook weer niet. Het Wis- en Natuurkundegebouw stamt uit de jaren zestig en is echt verouderd. Medewerkers en studenten hebben ook behoefte aan huisvesting die bij deze tijd past. Maar je moet niet alleen mooie gebouwen neerzetten. Ze horen vooral geschikt te zijn voor goed onderwijs en onderzoek. En mensen moeten zich er prettig in voelen.”
Echt wel invloed
Hartstra kwam in 2016 in de ondernemingsraad terecht omdat er een plaats vrijkwam. Daarvoor zat hij al in de onderdeelcommissie bij de Dienst Student– en Onderwijszaken. “Ik vind het belangrijk dat er een goede afspiegeling is van de verschillende afdelingen en geledingen in de medezeggenschap. Dat is nodig om een evenwichtig beleid met draagvlak te krijgen.”
‘Het gaat om het welbevinden van de mensen’
Nu staat hij nummer acht op de FNV-lijst. Hij vindt dat het welbevinden van mensen meer aandacht moet krijgen op de universiteit. “Er zijn nu verschillende werkbelevingsonderzoeken gehouden en daaruit blijkt dat er flink wat ongenoegen leeft onder de medewerkers. Daar mag het bestuur wel wat meer oog voor hebben. Het gaat er niet alleen om dat de universiteit mooi scoort in rankings en een sluitende begroting heeft. De ondernemingsraad kan daar een belangrijke rol in spelen. We hebben zeker invloed op het beleid.”
Daar is Overbeeke het mee eens. “We praten niet alleen over begrotingen en geld. Onlangs hebben we het statuut van de ombudsman goedgekeurd, bijvoorbeeld. Dat is van belang voor de medewerkers. En nu staat het gebruik van ICT-voorzieningen op de agenda. Daarin gaat het ook over de vraag of de baas in je computer mag kijken. Dat staat dan wel verwoord in een juridisch reglement, wat saai oogt, maar het gaat natuurlijk wel over belangrijke items.”
Eens over hoofdlijnen
Volgens Hartstra gaat het momenteel redelijk goed in de samenwerking met het bestuur. “Op hoofdlijnen zijn we het wel eens. De VU hoeft niet heel veel meer te groeien, er moet een goed evenwicht zijn tussen Nederlandse en buitenlandse studenten en we zijn voor maatschappelijke betrokkenheid en diversiteit. Maar ja, soms botsen we op concrete punten. Een idee is om nu en dan met de benen op tafel over de hoofdlijnen te gaan praten. Over zoiets als wat we met de internationalisering willen. En dat er dan ook mensen van buiten het bestuurcircuit mee komen praten. Dat kan wellicht tegelijk ons imago opfleuren.”
‘Promovendi zijn de werkpaarden van de universiteit’
Zulke gesprekken lijken Heppe een goed idee. “Dan kom ik natuurlijk wel weer met mijn punt aanzetten. Jonge medewerkers met tijdelijke contracten, zoals promovendi, zijn echt de werkpaarden van de universiteit. Daar drijven we op. Hoe zorgen we dat hun kennis niet verdwijnt als hun contract niet wordt verlengd? Nu komen er ook steeds meer juniordocenten bij. Hoe willen we daar in de toekomst mee omgaan? En we moeten ook eens nadenken over al die onderzoeksvoorstellen die worden geschreven, meestal in onze zogenaamde vrije tijd, terwijl zo’n tachtig procent afgewezen wordt. Niet bij gebrek aan kwaliteit, maar aan geld.”
Welzijn studenten
Hartstra weet nog een item. “Er is veel te doen over het welzijn van studenten. Door de invoering van het leenstelsel lijkt de druk op hen flink toegenomen te zijn. En buitenlandse studenten hebben ook zo hun problemen. Het is nogal een overgang als je bijvoorbeeld uit een dorp in Portugal ineens op Uilenstede belandt. Kunnen we die problemen wel goed opvangen met de huidige ondersteuning die een paar jaar geleden flink is ingekrompen?”
Zorgen over medezeggenschap
Overbeeke vindt dat over de medezeggenschap zelf ook eens gepraat moet worden. “Het is natuurlijk zorgelijk dat voor de medezeggenschap, met name bij de faculteiten en diensten, steeds moeilijker mensen zijn te vinden. Dat is op den duur een bedreiging voor het draagvlak van het beleid. Kijk, Den Haag wil bijvoorbeeld een betekenisvolle rol voor de medezeggenschap bij de besteding van de zogeheten kwaliteitsgelden die vrijkomen door de invoering van het leenstelsel. Aan de VU worden die voor zestig procent besteed door de faculteiten. Als daar de medezeggenschap dan niet goed functioneert, hebben we een probleem.”
Deze week zijn er verkiezingen voor de Ondernemingsraad. Stemmen kan tot en met tien maart. Lees hier wat Advalvas eerder schreef over deze verkiezingen.