Dat de commissie-Van Rijn voorstelt om geld vanuit de alfa- en gammawetenschappen over te hevelen naar de bèta’s, is zuur, maar er zijn ook dingen waar Mirjam van Praag, bestuursvoorzitter van de Vrije Universiteit, blij van wordt.
De commissie-Van Rijn stelt onder andere voor om geld over te hevelen van alfa-, gamma- en medische opleidingen naar de technische universiteiten. Dat zou de VU in twee jaar drie miljoen kosten. Klinkt niet heel schokkend, toch?
“Nou, ik vind het toch wel jammer dat we er geen geld bij krijgen in het voorstel. En de herverdeling die Van Rijn voorstelt is gunstig voor de bèta’s, ongunstig voor de alfa’s en de gamma’s. En ik vraag me af of de commissie beseft dat drie miljoen voor ons echt ontzettend veel geld is. Ik bedoel, ik begrijp dat het weinig lijkt bij een totale rijksbijdrage van 335 miljoen, maar van dat bedrag is er echt maar een klein deel waarover we vrij kunnen beslissen.”
NRC schrijft dat de herverdeeleffecten zullen worden verzacht in de voorjaarsnota met een extra bedrag van 40 miljoen euro.
“Zelf had ik een hoger bedrag in gedachten. Als je uitgaat van het totale budget, en je hebt het over een douceurtje van 40 miljoen…”
De VU wordt in het voorstel gecompenseerd voor het feit dat ze veel studenten heeft die zijn geswitcht van universiteit, waardoor ze veel inkomsten misloopt.
“Er staan best een aantal dingen in het rapport waar we blij van worden, waar het stelsel beter van wordt. Die compensatie is er één van. Dat in de bekostiging het variabele deel, dat afhankelijk is van de studentenaantallen, wordt verkleind ten gunste van de vaste voet, daar worden we ook blij van. Dat haalt de groeiprikkel uit het systeem en maakt ons rijp voor een systeem dat beloont op kwaliteit, samenwerking en waarin de vraag op de arbeidsmarkt een rol speelt. Het idee is namelijk om van een verdeelmodel over te stappen naar een bekostigingsmodel gebaseerd op dat soort parameters.”
Dat is nog iets anders: Van Rijn wil dat de universiteiten hun opleidingsaanbod aanpassen aan de behoeften van de arbeidsmarkt. Maar dat is toch de taak helemaal niet van een universiteit?
“Vind ik ook, maar er zijn nu veel opleidingen met een numerus fixus, vooral aan de technische universiteiten, terwijl de samenleving staat te springen om mensen met die specifieke opleidingen, dus dat daar extra geld naartoe gaat, kan ik me voorstellen. Maar dat daarvoor een hap wordt genomen uit de alfa-, gamma- en medische opleidingen, dat is moeilijk te accepteren. Ook mensen met een achtergrond in die disciplines hebben veel waarde voor de maatschappij, en in de toekomst zal die waarde alleen maar groeien.”
Nu heeft de VU de grootste bètafaculteit van alle gewone universiteiten…
“Nou, relatief veel VU-studenten doen een bètastudie. In absolute getallen heeft de Universiteit Utrecht de grootste bètafaculteit van de algemene universiteiten en wij volgen daar dicht achter. Dat pakt inderdaad relatief gunstig uit voor ons. Van alle algemene universiteiten leveren de VU en Utrecht het minst in door die overheveling van Van Rijn.”
Ik moet zeggen dat u in vergelijking met sommige andere universiteitsbesturen, zoals Erasmus en Groningen, vrij mild oordeelt over het rapport van Van Rijn.
“Nou ja, ik heb in de loop van de tijd van alles gehoord, dus ik had bepaalde verwachtingen. Bovendien vind ik bepaalde principes in het rapport goed voor ons stelsel, ook wat er geformuleerd wordt voor de langere termijn. Dat er in het voorstel van Van Rijn geld weggehaald wordt bij de alfa’s en de gamma’s, had ik wel zien aankomen. Ik vind dat echt heel pijnlijk, maar het voelt niet als een plotselinge klap in het gezicht.”
In het licht van het gerucht dat in maart de kop opstak, dat Van Rijn wilde voorstellen om 150 miljoen over te hevelen van geesteswetenschappen naar bèta en techniek, valt het allemaal nog mee.
“Dat was een gerucht, bleek al snel. Nu wordt 250 miljoen overgeheveld naar bèta-techniek. Toen was het gerucht dat er 150 miljoen overgeheveld zou worden alleen vanuit geesteswetenschappen naar bèta-techniek.”
De VU praat nu over een nieuw bekostigingsmodel binnen de VU zelf, het Vusam. Wordt dat nog beïnvloed door dit rapport?
“Van Rijn stelt een bekostiging voor die niet langer is gebaseerd op de studentenaantallen van twee jaar geleden, maar op de aantallen van een jaar geleden, waardoor je, als de studentenaantallen plotseling heel erg zijn gegroeid, niet meer nog twee jaar lang geld tekort komt. Dit soort dingen moeten we nog bekijken en bespreken bij de eventuele aanpassing van ons huidige interne verdeelmodel. De principes waarop de bekostiging is gebaseerd, over al die dingen moeten we het nog hebben. En het is een adviesrapport en nog niet zeker dat de minister alles overneemt.”
Van Rijn vindt dat de universiteiten te hoge reserves hebben…
“De VU heeft helemaal niet zulke hoge reserves en dat zou je tegen een bedrijf ook niet zeggen, dat het z’n reserves maar moet opmaken. Bovendien liggen onze reserves vast in gebouwen en andere bezittingen en gaat het niet om geld dat op onze bankrekening staat. We hebben als universiteit zeer beperkte mogelijkheden om grote uitgaven te financieren en schokken in het systeem op te vangen. Als je ziet hoeveel veranderingen ons al zijn opgelegd, de afgelopen jaren, dan hebben we ook geld nodig dat we wel nog kunnen uitgeven. Daarnaast hebben we gebouwen nodig, die moeten onderhouden worden, de digitalisering, studiematerieel, hartstikke veel van dit soort zaken.”