Nederland dreigt zijn goede positie op het gebied van artificiële intelligentie (AI) kwijt te raken. Daardoor gaat kennis verloren en neemt de afhankelijkheid van grootmachten als China en Silicon Valley toe, waarschuwen wetenschappers.
Zelfrijdende auto’s, slimme telefoons, robots in de zorg: artificiële intelligentie is overal. En de ontwikkelingen gaan razendsnel. Wil Nederland hierin een rol blijven spelen, dan moet het genoeg kennis in huis hebben. Maar daar gaat het mis.
In een jaar tijd is Nederland van de vijfde naar de veertiende plek gezakt op de ‘AI Readiness Index’ van Oxford, die vastlegt in hoeverre nationale overheden de potentie van AI benutten. Wetenschapsfinancier NWO onderkent de wereldwijde strijd om AI-talent. “Nederland staat voor een keuze: laten we AI op ons afkomen of geven we de revolutie mede vorm?”
Vijf over twaalf
NWO zegt voor de tweede optie te kiezen en komt met een nationale onderzoeksagenda artificiële intelligentie, die door het hele veld (alfa, bèta en gamma) wordt ondersteund. De agenda beschrijft wat er allemaal komt kijken bij de ontwikkeling van een AI-algoritme of AI-systeem. Dus niet alleen de technische aspecten ervan, maar ook de interactie met mens en maatschappij.
“Het is geen vijf voor twaalf, het is vijf over twaalf”, zegt hoogleraar Inald Lagendijk, expert van de TU Delft op het gebied van AI en voorzitter van de schrijfcommissie van de onderzoeksagenda. Volgens hem is het hoog tijd voor actie, ook al komt die wat hem betreft aan de late kant.”
Nederland staat er als klein landje nog redelijk voor. Waar zijn we goed in?
“We zijn bijvoorbeeld goed in machine learning, de ontwikkeling van algoritmes en technieken waarmee computers kunnen leren. Maar ook in het aanleren van ethiek. Neem als voorbeeld een zelfrijdende auto. Die kan je de verkeersregels leren, maar er zijn ook normen en waarden die minder makkelijk mee te geven zijn aan een systeem.”
Waarom raakt Nederland dan toch achterop?
“Het is niet zo dat de kwaliteit van het onderzoek naar AI afneemt, die is nog steeds behoorlijk hoog. Maar andere landen versnellen en durven meer te investeren. Er is een serieuze talent race gaande. China en de VS, maar ook omringende landen als Duitsland en Zweden bieden veel betere arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden.”
Startpakket
“Beginnende wetenschappers verdienen bij grote Amerikaanse bedrijven meer dan een hoogleraar. En dan krijgen ze ook nog geld om een huis in de stad te kopen. In Duitsland is er voor elke van de dertig nieuwe hoogleraarsposities op het gebied van AI een startpakket van vijf miljoen euro beschikbaar. Dat soort aanbiedingen zijn aan Nederlandse universiteiten volstrekt ondenkbaar. Dan wordt het lastig goede mensen aan te trekken en die vast te houden.”
Als land kan je niet overal goed in zijn. Is het erg als Nederland op dit terrein wat zou inleveren?
“AI heeft een grote invloed op de maatschappij, politiek, economie en wetenschap, daar moet je dus op inzetten. Als onze productiviteit afneemt, gaat er ook kennis verloren. Toekomstige generaties kunnen we dan niet meer opleiden, omdat er niet genoeg wetenschappers meer zijn. Dat zie je nu al aan de studentenstops bij AI- en informatica-opleidingen. Er is een enorm aanbod geïnteresseerde studenten en een enorme vraag vanuit de markt, maar die golf kunnen we nu niet aan”
Mensgericht
“Als we niet zelf investeren, hebben we bovendien niet langer de kennis in huis om verantwoord om te gaan met AI. We zijn dan overgelaten aan de grillen van buitenlandse partijen als China – waar de overheid een grote vinger in de pap heeft – en de VS – waar commerciële bedrijven als Facebook en Google de dienst uitmaken. Europa wil een andere weg inslaan, waarbij technologie mensgericht is en ook wordt nagedacht over de ethische kant van AI.
Lopen we nu al achter de feiten aan?
“Denk aan Facebook en vergelijkbare platformen, die volledig in Amerikaanse handen zijn. Wij hebben er verdraaid weinig over te zeggen, maar ze hebben wel effect op onze maatschappij. Het speelt ook in andere domeinen, zoals de discussie over de veiligheid van onze netwerken. Daarin zijn we nu veelal afhankelijk van Chinese en Russische diensten als Huawei en antivirussoftware Kaspersky.”
Wat is de waarde van deze agenda?
“Hij moet de versplintering van het AI-onderzoeksveld tegengaan en richting geven aan overheid en bedrijven: op welke terreinen kunnen zij samen optrekken en waar gaat Nederland voor? Het blijft natuurlijk papierwerk, we moeten de woorden uiteindelijk omzetten in daden. Er zijn al meerdere initiatieven gestart, zoals het Strategisch Actieplan voor AI en de Nederlandse AI coalitie, waarin kabinet, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken.”
Wat verlangen jullie van de politiek?
“We hebben 150 miljoen euro aan private en 150 miljoen euro aan publieke middelen per jaar nodig als we inspanningen willen verrichten die vergelijkbaar zijn met omringende landen. Of we dat gaan krijgen, weet ik niet. Er is al intensief overleg gevoerd met Kamerleden, staatssecretaris Keijzer van EZ en premier Rutte, en dat zal de komende maanden nog wel doorgaan. Maar het is zeker geen gelopen race, we hebben nog geen enkele garantie dat er iets gaat komen.”