De Vakbond voor de wetenschap VAWO doet voor het eerst mee met de verkiezingen voor de ondernemingsraad, die deze week worden gehouden. Promovendiclub ProVU doet niet meer mee bij gebrek aan kandidaten, maar verschillende ProVU’ers hebben zich bij VAWO aangesloten.
VAWO-lijstrekker is docent en onderzoeker economie Sabine Go. “De VAWO is een landelijke organisatie die echt is voortgekomen uit de mensen die bij de universiteiten werken”, aldus Go. “We hebben allemaal persoonlijke ervaring met de problemen waar het personeel mee te maken heeft. Aan de VU wilden we al eerder meedoen met de ondernemingsraad, maar ja, het is lastig om mensen te vinden, want iedereen heeft het druk. Toen bleek dat Provu niet met een eigen lijst zou komen, hebben we de handen ineengeslagen en samen een lijst ingediend met zeven kandidaten.”
Verkiezingen OR
In de week van 4 tot en met 10 maart kunnen medewerkers van de VU stemmen voor de Ondernemingsraad. Alle stemgerechtigden hebben daarvoor een mail gekregen. De OR bestaat uit 21 leden met een zittingsduur van twee jaar. Traditioneel doen de vakbonden FNV (nu 10 zetels) en CNV (6 zetels) mee. Nieuw dit jaar is de lijst van de Vakbond voor de wetenschap VAWO. De promovendilijst ProVU (5 zetels) doet niet meer mee.
Bekende gezichten
Op de lijsten staan veel bekende gezichten uit de zittende ondernemingsraad. Zo is huidig voorzitter Henk Olijhoek lijsttrekker bij de FNV. Dick de Gilder, lid van het dagelijks bestuur, idem bij het CNV. Bij de VAWO staat Razi Quadir op de tweede plaats. Hij zit nu ook in het dagelijks bestuur van de OR. Nummer zeven op die lijst, Ronald Kroeze, zat al eens voor ProVU in de OR. Het overgrote deel van de verkiesbare kandidaten bij FNV en CNV zit nu ook al in de OR. Bij het FNV zijn nieuwe gezichten Derk Kooi, promovendus bij de Bètafaculteit en Inge Trakzel, projectmedewerker bij Tandheelkunde. Bij het CNV is dat Marius Rietdijk, docent bij Economie. En op die lijst staan opmerkelijk genoeg vier hoogleraren van de faculteit Geesteswetenschappen, op weliswaar niet echt verkiesbare plaatsen, maar leden kunnen ook met voorkeurstemmen worden gekozen.
Weinig kandidaten
Er zijn ook verkiezingen voor de onderdeelcommissies bij faculteiten en diensten. Maar alleen bij de faculteit Gedrag en Beweging en bij de Dienst Student- & Onderwijszaken kan echt worden gestemd. Bij de andere onderdeelcommissies zijn er even veel kandidaten als beschikbare zetels, of zelfs minder. Bij zes van de vijftien onderdeelcommissies zijn er minder kandidaten dan zetels, maar overal wel genoeg om de onderdeelcommissies in te stellen. Daarvoor moet minimaal tweederde van de zetels worden bezet. Op lege zetels kunnen later nog kandidaten worden benoemd door de zittende leden van de commissie.
In het laatstverschenen Advalvas magazine staat een interview met alle drie de lijsttrekkers voor de verkiezingen van de ondernemingsraad plus de kandidatenlijsten.
EX-ProVU
Tweede op de lijst staat Razi Quadir, docent en promovendus bij Theologie. Hij zit al drie jaar voor ProVU in de ondernemingsraad. “Probleem bij ProVU is dat de meeste mensen na een paar jaar weer weg zijn. Daardoor is er geen continuïteit binnen de organisatie”, legt Quadir uit. “We konden afgelopen jaar bijvoorbeeld geen mensen meer vinden voor het bestuur. De VAWO bestaat al langer aan de VU en is erkend als vakbond en ze doet ook mee met het zogeheten lokaal overleg tussen de vakbonden en het college van bestuur. Daardoor is er wel een achterban waar we op terug kunnen vallen als fractie. En we blijven ons natuurlijk inzetten voor promovendi, postdocs en andere mensen met een tijdelijke aanstelling.”
Quadir kijkt tevreden terug op zijn ProVU-tijd. “We hadden vijf van de eenentwintig zetels in de zittende ondernemingsraad. Dat is een mooi resultaat voor een vrije lijst naast die van de gevestigde vakbonden. ProVU heeft zeker resultaten gehaald en voor een frisse wind gezorgd binnen de OR. Jammer dat we niet genoeg mensen hadden om door te gaan. Maar inhoudelijk staan de VAWO en ProVU dicht bij elkaar. Dus deze combinatie is een mooie oplossing.”
Flexwerkers
Go zegt dat tijdelijke aanstellingen een belangrijk onderwerp vormen voor de nieuwe lijst. “Er zijn mensen die al meer dan twintig jaar met tijdelijke contracten werken. Die leven op drijfzand. Dit bestaat nergens anders dan binnen de wetenschap. Daar moet iets aan gebeuren. Het is niet alleen slecht voor die mensen, maar ook voor de universiteit als geheel.”
Quadir noemt de tijdelijke aanstellingen een vorm van kapitaalvernietiging. “Het is natuurlijk zonde dat we honderden promovendi opleiden en na een paar jaar weer wegsturen. Daarmee gaat een hoop expertise verloren. Maar het gaat niet alleen om promovendi en postdocs. Ook steeds meer docenten en ondersteunend personeel werken op contractbasis. Zo heeft de docent bij wie ik mijn onderwijskwalificatie haalde een tijdelijke aanstelling.”
Daar wil de VAWO in de ondernemingsraad wat aan proberen te doen, zegt Go. “We willen bij de plannen van het bestuur niet alleen kijken naar wat goed is voor de VU als geheel, maar vooral naar wat het betekent voor het personeel. Uiteindelijk is dat geen tegenstelling, maar het kan wel gevolgen hebben voor keuzes die je maakt, bijvoorbeeld bij reorganisaties. Ons uitgangspunt is dat de universiteit staat of valt bij de mensen die er werken.”
Volgens Quadir kan de VAWO daarbij op sommige items echt meer diepgang in de discussie brengen door de persoonlijke ervaring en expertise van de leden. “Wij komen echt voort uit de academische wereld en zijn daarin verankerd.”
Go wijst op haar eigen ervaring. “Ik werk al meer dan twintig jaar aan de VU. Eerst bij het ondersteunend personeel, later als promovendus en tenure tracker. En nu dus als universitair docent en onderzoeker. Al onze kandidaten hebben zo hun persoonlijke ervaring en contacten binnen de universiteit. We zijn dan wel nieuwkomers binnen de ondernemingsraad, maar weten wel degelijk wat er speelt.”
Werkdruk
Twee van die dingen zijn de werkdruk en de onzekerheid over de aanstelling op langere termijn, weet Quadir. “Geld is natuurlijk een belangrijk onderwerp binnen de ondernemingsraad. We moeten onder meer jaarlijks de begroting goedkeuren. Het zou goed zijn als er meer aandacht komt voor een meerjarenbeleid, waarbij ook naar de loopbaanperspectieven van jonge wetenschappers en het ondersteunend personeel wordt gekeken. Nu moet bijna ieder jaar weer financieel worden bijgestuurd om de eindjes aan elkaar te knopen. En er dreigen toch weer reorganisaties met gedwongen ontslagen te komen, zoals nu bij Theologie speelt.”
Personeel kost niet alleen geld. Investeren in mensen levert ook iets op, stelt Go. “We merken allemaal nog wat de gevolgen zijn van de bezuinigingen op het ondersteunende personeel. Iedereen heeft het nog drukker gekregen. En elke keer tijdelijke krachten inhuren kost ook geld, tijd en energie. En is slecht voor de continuïteit van de organisatie. Ik zeg wel eens dat de universiteit nog functioneert omdat bijna iedereen ’s avonds en in het weekend vrijwillig doorwerkt. Betrokkenheid en inzet zijn natuurlijk prima, maar er zijn grenzen. Zo neemt bijna geen enkele medewerker tegenwoordig nog een echte lunchpauze.”
Voor iedereen
Quadir wijst er nog op dat de VAWO, hoewel er alleen wetenschappelijk personeel op de lijst staat, er zeker ook voor het ondersteunend personeel is. “Die hebben net zo goed een enorme werkdruk en moeten allerlei vernieuwingen verwerken. Kijk bijvoorbeeld naar internationalisering. Dat levert nieuwe taken op waar extra vaardigheden voor nodig zijn, zoals het goed beheersen van de Engelse taal. Daar moet je mensen in scholen. Uiteindelijk gaat het erom dat ondersteuners en docenten als een hecht team samenwerken. Daar heb je elkaar voor nodig.”