Het is geen toeval dat gerenommeerde universiteiten ook altijd goede wetenschappers aan het roer hebben staan, stelt Hans Clevers bij zijn afscheid als president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
In Amerika is het gebruikelijk dat vooraanstaande wetenschappers ook een paar jaar aan het bestuur van een universiteit of organisatie wijden, zei Hans Clevers gisteren in zijn laatste jaarrede. In Nederland is dat anders.
Net afgewezen
Dat kon hij merken in gesprekken met bestuurders en politici over de positie van onderzoeksfinancier NWO. Hij kwam daarbij niemand tegen die de afgelopen tien jaar nog een aanvraag bij NWO had ingediend of beoordeeld. Hijzelf had dat wel gedaan, en zijn laatste aanvraag was nog maar net afgewezen, meldde hij met een knipoog.
Wetenschappelijk onderzoek bevestigt volgens Clevers dat universiteiten beter bestuurd worden als een echte wetenschapper de scepter zwaait. Hetzelfde geldt voor de Formule 1: voormalige coureurs zijn beter in het leiden van een raceteam dan anderen.
Actieve wetenschappers
Hij hoopt daarom dat ook Nederlandse wetenschappers iets vaker gaan besturen, al is het maar een jaar of drie, vier. Ongeveer zo lang als hij de KNAW heeft geleid. “Lang genoeg om bestuurlijke uitdagingen te begrijpen en om impact te hebben. Kort genoeg om niet gelost te worden uit het peloton van actieve wetenschappers.”
De nieuwe KNAW-president José van Dijck sloot zich daarbij aan en verwees – net als eerder in interviews – naar haar liefde voor de ‘triatlon’ van bestuur, onderwijs en onderzoek. In het verlengde daarvan brak ze een lans voor dienstbaarheid in de wetenschap.
Maatschappelijke vraagstukken
“Wetenschappers zijn er weliswaar voor de wetenschap, maar zijn altijd ook dienstbaar aan de samenleving, of het nu gaat om het oplossen van maatschappelijke vraagstukken of het bijdragen aan technologische innovatie”, zei ze.
Wetenschappers moeten zich dus niet blindstaren op hun eigen omgeving en structuren. “De respons op de stelling ‘de wereld heeft problemen’ mag nooit zijn ‘en de KNAW heeft twee afdelingen’ of ‘de universiteit heeft zeven faculteiten’.”