Twee jaar geleden kregen universiteiten en hogescholen er in de ‘sectorplannen’ van de minister structureel 200 miljoen euro bij. Daarmee kunnen ze 1.200 beginnende onderzoekers een vast contract geven. De huidige coalitie van PVV, NSC, VVD en BBB wil die investering terugdraaien en dat roept verzet op.
Zo schrijft het genootschap van Spinoza- en Stevinlaureaten dat deze bezuinigingen het verdienvermogen van Nederland bedreigen. In een ingezonden brief in dagblad NRC leggen 78 laureaten uit dat de sectorplannen meer richting geven aan onderzoek en “kluitjesvoetbal” voorkomen.
Vertrouwensbreuk
De bezuinigingen leiden tot “een enorme vertrouwensbreuk tussen het nieuwe kabinet, het ministerie van OCW en het wetenschapsveld”, schrijven ze. “Vooral omdat er in de afgelopen jaren zo’n 1.200 jonge onderzoekers op vaste contracten zijn aangesteld.” Door de bezuinigingen “staan deze aanstellingen op de tocht”.
Met hun brief sluiten de topwetenschappers zich aan bij eerdere kritiek van de KNAW. Die “schrok van het signaal” vanuit de nieuwe coalitie. Het platform van universitair docenten en studenten WOinActie telde alle bezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord bij elkaar op en constateert dat die gelijkstaan aan het budget van één grote universiteit.
‘Revanchisme’
Toch komen de bezuinigingen op de sectorplannen niet uit de lucht vallen. De VVD was er eerder ook al kritisch over. Twee jaar geleden vroeg die partij zich al af waarom veel van het geld naar de sociale- en geesteswetenschappen gaat en niet naar het ‘verdienvermogen van Nederland’.
De PVV liet vorige week weten blij te zijn dat er bezuinigd wordt op universiteiten, omdat in de ogen van die partij het activisme daar te dominant is geworden. De partij leverde geen onderbouwing bij die stelling. In een afscheidsinterview in NRC zei demissionair minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf afgelopen vrijdag dat die uitspraken van “revanchisme” getuigen. Hij vindt ze “moeilijk te accepteren”.
Precair
Ook doet het hem pijn dat investeringen in vaste contracten voor jonge onderzoekers dreigen te worden ingetrokken. Het Promovendinetwerk Nederland en PostdocNL sloten zich daar vanochtend bij aan. Startende wetenschappers “zullen de prijs betalen” van deze bezuinigingen, zeggen zij. “Precaire contracten, sterke afhankelijkheid van leidinggevenden en machtsmisbruik leiden tot sociale onveiligheid, juist bij beginnende onderzoekers.”
Advies aan ‘zichzelf’
Ze wijzen op een opiniestuk in het FD van beoogd minister Eppo Bruins, van zo’n anderhalve week geleden. Die was toen voor de buitenwereld nog ‘gewoon’ voorzitter van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (die de brief een dag later online zette).
Vijf dagen later werd bekend dat hij de beoogd minister van OCW is. In het stuk adviseert hij het kabinet – naar nu blijkt zichzelf – om “stabiele en structurele overheidsfinanciering voor onderzoek en innovatie” te regelen. Dat is “noodzakelijk om bedrijven en kennisinstellingen meer zekerheid te geven, zodat ze weten waar ze aan toe zijn”.
Bruins beschrijft ook de zorgen die “al voor de presentatie van het hoofdlijnenakkoord” zijn ontstaan onder wetenschappers, door de bezuinigingen op het groeifonds van de nieuwe coalitie. “Het zijn terechte zorgen, want investeren in onderzoek en ontwikkeling (R&D) en innovatie is noodzakelijk. Een land dat hierin niet planmatig investeert heeft geen toekomst.”