“Recente gebeurtenissen zijn bepalend voor iemands vertrouwen in anderen”, vertelt Paul van Lange, hoogleraar sociale psychologie. Erfelijkheid speelt maar een verwaarloosbaar kleine rol, concludeert hij met collega’s in dit artikel dat deze week in PLOS ONE verscheen. Zo klein dat het Van Lange zelf ook verbaasde. “Bij iemands politieke voorkeur en de vraag of iemand gaat scheiden, speelt erfelijkheid wel mee. Die dingen hebben te maken met vertrouwen, dus had ik daarbij ook een erfelijke component verwacht. Maar die blijkt er niet te zijn”, vertelt hij. De onderzoekers hebben 1012 eeneiige en twee-eiige tweelingparen gevraagd in hoeverre ze bereid zijn om hun lot in handen van anderen te leggen.
Vroege jeugd minder belangrijk
De wijdverbreide opvatting dat iemands vertrouwen in anderen bepaald wordt door gebeurtenissen in zijn vroege jeugd moet overboord, zo blijkt ook uit het onderzoek: de vroege jeugd speelt wel een rol bij het hebben van vertrouwen in anderen, maar recente gebeurtenissen zijn belangrijker. “Vertrouwen is een eigenschap die in de loop van iemands leven kan fluctueren”, vertelt van Lange: “het is handig om een zekere mate van basisvertrouwen in anderen te hebben in de samenleving, maar dat vertrouwen kan door allerlei gebeurtenissen worden geschaad: je raakt je baan kwijt, er wordt ingebroken, je geliefde gaat er vandoor met een ander. Dan heb je een poos minder vertrouwen in anderen, dat kan maanden, soms wel jaren duren.”
Nederlanders veel vertrouwen
Cultuur is ook een belangrijke factor. Nederland scoort goed op de vertrouwensindex, vlak onder de top van Scandinavische landen en Zwitserland. In landen met grote ongelijkheid tussen arm en rijk, is het vertrouwen over het algemeen lager. Landen als Griekenland, Turkije en Brazilië zijn daar voorbeelden van, vertelt Van Lange. “Een zekere mate van gelijkheid in een samenleving is functioneel. In landen met veel ongelijkheid hebben mensen niet alleen minder vertrouwen in elkaar, maar zijn ze gemiddeld ook minder gezond.”
Immigranten meer vertrouwen
Nog een bewijs dat vertrouwen fluctueert in de loop van een mensenleven is dat immigranten uit landen waar een cultuur van weinig vertrouwen heerst, zich gaan aanpassen aan hun gastland: ze krijgen meer vertrouwen in anderen.