De meeste hogescholen streven ernaar om nog dit collegejaar verkiezingen te organiseren voor hun opleidingscommissies, al is het de vraag of dat gaat lukken. Bij de universiteiten is de animo veel minder groot.
Bij de invoering van het leenstelsel in 2015 werd besloten dat de opleidingscommissies meer te vertellen zouden krijgen. Dankzij de wet versterking bestuurskracht hebben ze bijvoorbeeld instemmingsrecht op delen van het onderwijs examen reglement en adviesrecht bij het benoemen en ontslaan van bestuurders. Het werden officiële medezeggenschapsorganen die voortaan democratisch zouden worden verkozen.
Verplicht zijn de verkiezingen niet – instellingen kunnen hiervan afwijken zolang ze het aangeven in hun reglement – maar verkozen opleidingscommissies (oc’s) zouden dit jaar wel de norm moeten zijn.
Is het gelukt om de studenten en medewerkers dit jaar al naar de stembus te laten gaan en zo nee, wat zijn de drempels? Een rondgang van het HOP maakt duidelijk dat een verkozen oc vooralsnog de uitzondering blijft – bij de universiteiten al helemaal. Van de dertien universiteiten die ons mailtje beantwoordden, hebben er zes in hun reglement vastgelegd dat ze geen verkiezingen organiseren.
Extra rompslomp
Nog eens zes lieten weten dit niet centraal te beslissen – het verschilt dus per faculteit of er verkiezingen plaatsvinden of niet. Alleen de Radboud Universiteit houdt bij al haar faculteiten verkiezingen – maar dat staat dan weer los van de nieuwe wet: in Nijmegen worden de studentleden van oc’s al sinds jaar en dag verkozen.
“Het is een hoop extra rompslomp om verkiezingen te organiseren, en daar zit in deze tijden van extreme werkdruk niemand op te wachten”, mailt een woordvoerder van een universiteit. Een ander laat weten dat de opleidingscommissie nieuwe kandidaten aandraagt en het faculteitsbestuur het laatste woord heeft. “Deze route werkt prima […] en naar volle tevredenheid van staf en studenten.” Het lijkt er kortom op dat veel universiteiten geen meerwaarde zien in verkozen oc’s; “Het gaat prima zoals we het nu doen,” is de teneur.
Voldoende kandidaten
Bij de hogescholen ligt dit anders. Elf van de zeventien instellingen die onze vragen beantwoordden, hebben verkiezingen als ‘default-optie’; studenten en medewerkers kunnen zich kandidaat stellen en verkiezingen zijn in principe het streven, mits er voldoende kandidaten zijn.
Slechts vier van de zeventien hogescholen kiezen er bewust voor om dit jaar geen verkiezingen te houden; twee van hen zeggen meer tijd nodig te hebben, al blijven verkiezingen uiteindelijk wel het doel.
Dat de animo voor verkiezingen bij de hogescholen hoger ligt dan bij de universiteiten is opmerkelijk; hbo’ers zijn over het algemeen minder betrokken bij de medezeggenschap – ze komen in kleinere aantallen opdraven bij verkiezingen en lijken ook niet happig om zelf een plek in een oc te veroveren. 28 Procent van de hbo-opleidingscommissies vond het volgens de Onderwijsinspectie in 2016 ‘moeilijk’ of ‘heel moeilijk’ om voldoende geschikte studentleden te vinden. Aan universiteiten had slechts zestien procent van de oc’s hier last van.
Centraal regelen
Het is dan ook nog maar de vraag hoeveel van de hogescholen die naar verkiezingen streven straks daadwerkelijk de stemlokalen zullen openen. Verkiezingen zijn immers alleen zinvol als er meer kandidaten dan zetels zijn, en daar kunnen veel instellingen alleen maar van dromen.
Voorzitter Rhea van der Dong van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) had al verwacht dat de transitie van benoemingen naar verkiezingen meer tijd zou kosten. “Het valt me nog mee dat zoveel hogescholen dit collegejaar kennelijk al die intentie hebben,” zegt ze. Van veel kanten kreeg ze te horen dat instellingen centraal hadden besloten om geen verkiezingen te organiseren. “Terwijl je dit besluit volgens mij eigenlijk zou moeten overlaten aan de opleidingscommissie. Dit moet je niet centraal willen regelen.”
Toch mag de rol van bestuurders niet worden onderschat. “Het bestuur kan een heel grote rol spelen in het bevorderen van verkiezingen. Andersom geldt vaak: als het bestuur het laat afweten daalt ook het enthousiasme bij de rest.”
Grote verandering
Ook Carline van Breugel van het Student Overleg Medezeggenschap (SOM) is verheugd over de animo bij de hogescholen, een trend die ze overigens al eerder had opgemerkt. Toch leven er ook zorgen, zegt ze, bijvoorbeeld over de kwaliteit van verkozen oc-leden. Huidige oc-leden vrezen voor studenten die hun cv willen opkrikken en na een korte stemmenjacht de commissie in komen, terwijl ze daar eigenlijk niet geschikt voor zijn. Ook hebben niet alle huidige oc-leden zin om mee te doen aan verkiezingen.
Maar het is de moeite waard, vindt het SOM. Niet alleen omwille van de democratie: het komt ook de transparantie ten goede. “Tot nu toe is het vaak de opleidingsmanager die nieuwe kandidaten kiest. Dat kan belangenverstrengeling opleveren omdat de oc het bestuur van de opleiding moet controleren.” zegt Van Breugel. “Verkiezingen gaan dat tegen.” Het is in meerdere opzichten een grote verandering, zegt Van Breugel. “Dat het niet vanzelf gaat, spreekt voor zich.”
En de universiteiten dan? Die hadden sowieso vaak al een ander benoemingsmechanisme, zegt Michael Dijkstra van het Landelijk Overleg Fracties. “Er worden bijvoorbeeld leden aangedragen vanuit een studievereniging.” De vraag van belangenverstrengeling is dan minder aan de orde en vandaar waarschijnlijk dat de meeste universiteiten tevreden zijn met de status quo.
Kans voor verbetering
Toch zijn er ook universiteiten die de oc-verkiezingen aangrijpen om meer aandacht te trekken voor studentenpolitiek, zegt Dijkstra. “Dat is natuurlijk altijd goed. Het is een nieuwe mogelijkheid om studenten meer bij het onderwijs te betrekken, dat zien we als een enorme kans voor verbetering.”
Om beter zicht te krijgen op het functioneren van opleidingscommissies zijn de studentenorganisaties SOM, LOF en ISO samen met de SP een onderzoek gestart. Oc-leden kunnen sinds vandaag een online-enquête invullen.