Over de wetenschappelijke tekortkomingen van Karima Kourtit, die vanmiddag aan de VU promoveert, is – al dan niet terecht – al heel veel gezegd, maar sommige collega-economen nemen het ook niet zo nauw met de wetenschappelijke mores, zo blijk uit een onderzoek dat onlangs verscheen in het tijdschrift Research Policy.
Ruilmiddel
De Duitse onderzoeker Sarah Necker ondervroeg meer dan vierhonderd economen, die voor het overgrote deel in de wetenschap werken, over hun wetenschappelijke normen en wetenschappelijk wangedrag. Daaruit blijkt dat bijna een kwart aan zelfplagiaat doet. En dat 1,9 procent weleens seks heeft gekregen of gegeven in ruil voor co-auteurschap, toegang tot bepaalde data of promotie. 1,4 procent kreeg of gaf weleens andere dingen om deze doelen te bereiken. Bijna een derde geeft toe empirische bevindingen selectief te rapporteren om z’n eigen argument te onderbouwen.
Trucs uitgehaald
Twee op de honderd ondervraagden zeggen verder werk van anderen te hebben gekopieerd zonder te citeren. Tussen twee en drie procent geeft toe data te hebben gefabriceerd. En zeven procent heeft weleens trucs uitgehaald om de resultaten statistisch te verbeteren.
Normen schenden
De ondervraagde wetenschappers onderschrijven ondertussen de geldende wetenschappelijke normen wel allemaal. Volgens Necker is het de ‘publish or perish’-cultuur, die wetenschappers ertoe aanzet om deze normen te schenden als het zo uitkomt. Ze vond een verband tussen de werkdruk die mensen ervaren en hun bereidheid om mee te doen aan onoirbare onderzoekspraktijken.