Moeten universiteiten en hogescholen het aantal buitenlandse studenten in hun opleidingen kunnen beperken? Partijen in de Tweede Kamer zijn er kritisch over – voor zover ze iets willen zeggen.
Aan de TU Delft doen ze het al. Bij de studie technische informatica kunnen studenten van buiten de Europese Unie zich niet meer inschrijven. Dat is discriminatie op nationaliteit en druist dus tegen de wet in, legden onderwijsjuristen vorige week uit.
Maar zelfs minister Ingrid van Engelshoven had begrip voor de Delftse maatregel. “Nood breekt wet”, zei ze in een bijeenkomst met studenten en medewerkers waar universiteitsblad Delta verslag van deed. Ze beloofde dat ze de universiteit niet zou terugfluiten.
Wet vs. praktijk
“Wetten en regels krijgen kleur in handen van bestuurders”, verklaarde Van Engelshoven. “Wetten moeten altijd toegepast worden. Al heb je de wet in de hand, je moet altijd oog houden voor dilemma’s die zich in de praktijk voordoen.”
Maar moet je hier beleid van maken? Moeten universiteiten en hogescholen de mogelijkheid hebben om quota te hanteren voor het aantal buitenlandse studenten in hun opleidingen, zoals bestuurders van de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam willen?
Niet elk vak Engels
CDA-Kamerlid Harry van der Molen ziet er weinig in, en niet alleen vanwege de juridische haken en ogen. “Als jij je hele opleiding Engelstalig maakt, moet je achteraf niet klagen dat het buitenlandse studenten regent”, zegt hij. “Ik ben gekke Henkie niet. Je kunt niet zeggen: wij gaan onze opleidingen verengelsen en nu willen we de toestroom van buitenlandse studenten reguleren.” Je zou gewoon niet ieder vak moeten internationaliseren, meent hij. Dat is lang niet altijd nodig. “De tijd is voorbij dat internationalisering een thema is à la de wereldvrede, waar iedereen wel voor is. We zien nu ook de nadelen.”
Quota voor buitenlandse studenten lijken hem niet de oplossing. Hij kijkt liever naar de bekostiging van universiteiten. Het werven van zoveel mogelijk internationale studenten lijkt voor universiteiten soms een verdienmodel, meent hij. “Misschien moet het ‘wedstrijdje’ tussen universiteiten worden ingedamd.”
Laatste redmiddel
Andere regeringspartijen willen nog niet reageren. “Daar ga ik nog even niets op zeggen als je het niet erg vindt”, antwoordt D66-Kamerlid Paul van Meenen. Dit voorjaar komt minister Van Engelshoven met een brief over internationalisering in het hoger onderwijs, waarin ze haar standpunt uiteenzet. Daar wil Van Meenen op wachten. Ook zijn collega’s van regeringspartijen ChristenUnie en VVD reageren nog niet.
De linkse oppositiepartijen zien net als het CDA weinig in zulke quota. “Ik ben er niet zo’n fan van. Die zijn echt het laatste redmiddel”, zegt SP-Kamerlid Frank Futselaar. Ook hij zou liever iets aan het bekostigingssysteem doen. Het aantal studenten heeft veel invloed op de verdeling van het onderwijsgeld, legt hij uit. “Instellingen gebruiken buitenlandse studenten om hun deel van de taart groot genoeg te houden. Misschien moeten we die prikkel weghalen.”
Wondermiddel
PvdA-Kamerlid Kirsten van den Hul stelt voorop dat internationalisering vaak goed is voor het hoger onderwijs, alleen al doordat docenten dankzij de komst van buitenlandse studenten voortdurend de internationale ontwikkelingen in hun vakgebied blijven volgen. “Daarbij komt: als wij willen dat Nederlandse studenten een deel van hun wetenschappelijke opleiding in het buitenland volgen, dan spreekt het voor zich dat er ook buitenlandse studenten naar Nederland komen.”
Maar zij ziet ook de schaduwzijde wel en vermoedt dat sommige universiteiten inderdaad graag studenten van buiten de Europese Unie werven omdat die veel meer collegegeld betalen. “Of een minimumpercentage Nederlandse studenten daartegen het wondermiddel vormt, is wat mij betreft geen uitgemaakte zaak, maar het is wel belangrijk dat we nadenken over oplossingen voor de mogelijk perverse prikkel.”
Discriminatie
GroenLinks is sowieso tegen discriminatie, zegt Kamerlid Zihni Özdil, dus hij ziet niets in quota. “Zulke quota pakken bovendien de bron van het probleem niet aan. We moeten nadenken over internationalisering en die alleen stimuleren waar dat nut heeft. En we moeten ook naar de bekostiging kijken.”
Maar laten we niet te veel “trammelant” maken, vervolgt hij. “Als ik hoor hoe de PVV schande spreekt over de Universiteit Maastricht, waar 52 procent van de studenten uit het buitenland komt, dan denk ik: kijk eens waar Maastricht ligt. Het is volkomen logisch dat daar veel studenten uit België en Duitsland naartoe komen, zoals er veel studenten uit het Westland naar de Erasmus Universiteit Rotterdam gaan.”
Correctie: Bij een eerdere versie stond de naam van de PVV-politicus genoemd in de laatste alinea. Die is weggehaald omdat het niet om hem persoonlijk gaat, maar om de PVV als partij.