Breuken, vermenigvuldigen, machtsverheffen. Basisschoolstof, maar voor veel studenten is het alles behalve gesneden koek. Dat betekent dat universitair docenten niet kunnen vertrekken vanaf het niveau dat ze zouden willen. En als ze dat wel doen, zijn hun studenten al snel het spoor bijster.
Bijzonder frustrerend, vindt hoogleraar theoretische chemie Paola Gori Giorgi, die onder meer het vak basisnatuurkunde geeft aan eerstejaars farmaceutische wetenschappen: “Studenten snappen basale rekenkundige bewerkingen niet.” Gori Giorgi heeft het dan bijvoorbeeld over het vermenigvuldigen van twee breuken.
Verhaaltjessommen
Dat er dingen flink misgaan in het middelbaar en basisonderwijs, bevestigt ook de Onderwijsinspectie. Die luidde onlangs de noodklok in haar rapport De staat van het onderwijs: het niveau van Nederlandse scholieren daalt al jaren. Dit geldt ook zeker voor het niveau van rekenen en wiskunde.
De grote boosdoener is volgens wiskundehoogleraar Joost Hulshof het realistisch rekenen, ofwel verhaaltjessommen. Kinderen leren niet meer systematisch een deling of vermenigvuldiging op te lossen, ze leren methodes die op schatten zijn gebaseerd. En kinderen blijken in de praktijk nogal verschillend te schatten.
Met alle gevolgen voor de rekenvaardigheid van dien. Inmiddels is de generatie die nooit iets anders heeft geleerd dan verhaaltjessommen oplossen op hun eigen manier aangekomen op de universiteit. En dat is een harde confrontatie, merken ze bij allerlei studies.
Bijspijkerprogramma
Bij economie was het zo erg dat ze sinds dit jaar een apart bijspijkerprogramma hebben in de zomer voordat studenten aan hun studie beginnen. Dat lijkt succesvol: het gemiddelde tentamencijfer voor wiskunde ging omhoog van een 4,7 naar een 5,9.
Meer over de gebrekkige rekencapaciteit van studenten lees je in de nieuwe Advalvas.