Na vijf jaar valt er eindelijk weer eens een Spinozaprijs aan de VU: Piek Vossen, hoogleraar computationele lexicologie, kreeg afgelopen dinsdag deze hoogste Nederlandse wetenschapsprijs waaraan een bedrag van 2,5 miljoen euro verbonden is. Vossen is uiteraard ‘heel blij’ met de prijs die vaak de ‘Nederlandse Nobelprijs’ wordt genoemd. “Ik wist het al een paar weken. Het was zo moeilijk om niets te zeggen tegen mijn medewerkers.”
Vossen doet onderzoek naar de vraag hoe computers taal begrijpen en op welke manieren je de computer kan inzetten om talen en stukken taal zoals artikelen te analyseren en te vergelijken. Het geld van de Spinozapremie wil hij ondermeer inzetten voor zijn viertalige ‘geschiedenisrecorder’, een computerprogramma dat dagelijks financieel-economisch nieuws ‘leest’ en bijhoudt wat, wanneer, waar gebeurt en wie erbij betrokken is. Uit de verschillende bronnen maakt de geschiedenisrecorder uiteindelijk één verhaallijn, waarin de verschillende meningen en feiten zijn opgenomen.
Ook wil hij een database maken waarin taal wordt gekoppeld aan ‘de werkelijkheid’, beelden, geluiden, geuren. Vossen: “In sommige talen heb je weinig woorden voor kleuren. Je hebt bijvoorbeeld alleen licht en donker. Wij hebben weer weinig woorden voor geuren, vermoed ik. Al die gegevens zeggen iets over de cultuur. Dat wil ik met behulp van computeranalyses gaan onderzoeken.”
De vier VU/VUmc-wetenschappers die eerder een Spinozapremie kregen zijn: Marjo van der Knaap, Dorret Boomsma, Bob Pinedo en Peter Nijkamp.