Je zou maar slachtoffer zijn van een misdrijf en in de rechtbank je belager tegen het lijf lopen. Het klinkt logisch dat een rechtbank z’n best doet om dat te voorkomen, maar in de praktijk valt dat nogal tegen, ontdekten onderzoekers van de VU en het Nederlands Studiecentrum Criminologie en Rechtshandhaving.
Samen in de rij
Slachtoffers krijgen vaak niet de bescherming die ze willen, stellen de onderzoekers in een artikel in het juridisch vaktijdschrift Trema. Soms moeten ze voor de zitting begint lang in een wachtkamer zitten waar ook de verdachte zit te wachten. Of slachtoffer en verdachte staan naast elkaar in de rij voor de beveiliging voordat ze het gebouw ingaan.
Tijdens de zitting wordt de naam van het slachtoffer en soms zelfs het adres hardop voorgelezen, terwijl de verdachte, maar ook publiek en pers erbij zijn. Ook krijgen slachtoffers niet altijd te horen of de verdachte vastzit of vrij rondloopt. Fijn is anders.
Meer bescherming
Er zijn wel regelingen om de privacy van het slachtoffer meer te beschermen, maar vaak is er niemand die hun dat vertelt. Zo hebben rechtbanken nogal eens aparte wachtruimtes voor slachtoffers en kun je gewoon vragen of ze je naam en adres niet willen noemen.
De onderzoekers pleiten ervoor dat slachtoffers beter geïnformeerd worden.