Het hoger onderwijs loopt hier en daar tegen zijn grenzen aan door de instroom van internationale studenten, schrijft de Afdeling advisering van de Raad van State in een gisteren verschenen advies. Al eerder steunde ze het plan om de rem te kunnen zetten op het aantal studenten dat wordt toegelaten tot een Engelstalig opleidingstraject.
Arbeidsmarkt
Ook snapt de Afdeling dat de minister wil kunnen toetsen of bestaande en nieuwe bacheloropleidingen in een andere taal ‘doelmatig’ zijn. Maar dan moet daarbij ook oog zijn voor “de toekomstige behoeften van maatschappij en arbeidsmarkt”. Landelijk, én in de regio waar de instelling staat.
Demissionair minister Dijkgraaf wil onderwijsinstellingen stimuleren tot samenwerking en ‘zelfregie’ op het gebied van internationalisering. De Afdeling advisering vindt dat een goed idee en stelt zelfs voor om het onderlinge overleg te verplichten. Ook zouden instellingen de mogelijkheid moeten krijgen om gelijksoortige anderstalige opleidingen samen te laten toetsen.
Rechtszekerheid
De instellingen moeten wel weten waar ze aan toe zijn als hun anderstalige opleidingen worden getoetst. In het huidige voorstel is het volgens de Afdeling onduidelijk of in de beoordeling een rol speelt dat een instelling veel ‘anderstalig’ personeel heeft.
Verder staat in de toelichting op het wetsvoorstel dat de minister alleen in het uiterste geval zal ingrijpen in het bestaande anderstalige onderwijsaanbod “Uit het oogpunt van rechtszekerheid voor de instellingen” kan de regering dat beter in de wet zelf zetten, aldus het advies.
Uitzondering hbo
De Afdeling ziet al helemaal weinig aanleiding om zwaar in te grijpen in het Engelstalige hbo. De instroom van internationale studenten is daar al jaren stabiel, en er zijn veel minder Engelstalige opleidingen dan in het wetenschappelijk onderwijs. De Afdeling adviseert dan ook de doelmatigheidstoets nog niet voor het hbo te laten gelden of in elk geval een lichtere doelmatigheidstoets te hanteren.
Demissionair minister Dijkgraaf dankt de Raad van State voor het “waardevolle advies” en gaat de inhoud zorgvuldig bestuderen. Hij benadrukt in zijn reactie dat zijn wetsvoorstel oog heeft “voor (regionaal) maatwerk, zodat we internationaal talent aantrekken voor (en behouden op) de plekken waar we hen hard nodig hebben”.