Het was half twaalf ’s nachts toen promovendus Edgar Steenstra vorig jaar een onverwacht mailtje uit Houston kreeg. Hij was uit honderden wetenschappers van over de hele wereld gekozen om stage te lopen bij het LPI (Lunar and Planetary Institute), een wetenschappelijke partner van Nasa.
“Ik was door het dolle heen”, vertelt de maanonderzoeker. “Ik heb meteen mijn ouders gebeld. Eigenlijk kon ik het niet geloven.” Hij mocht afgelopen zomer als eerste Nederlander deelnemen aan een speciaal stageprogramma voor internationale wetenschappers. Alle kosten, inclusief de vlucht, werden vergoed en hij kreeg ook salaris.
Buitenkans
Een buitenkansje dus. Op advies van collega’s had Steenstra, die bij experimentele petrologie onderzoek doet naar de vorming en evolutie van de maan en astroïden, zich aangemeld. In een zeer uitgebreid aanmeldingsessay had hij duidelijk gemaakt waarom hij de juiste persoon voor de stage was. Toch had hij niet verwacht dat hij zelfs zonder kennismakingsgesprek zou worden aangenomen.
Uiteindelijk bereidde hij in de VS drie maanden lang in een team van acht mensen een toekomstige missie naar de maan voor. “Het is de bedoeling dat over een paar jaar een Rover naar de Zuidpool van de maan gaat. Wij onderzochten in welk gebied dat maankarretje stenen kan bestuderen en ophalen.”
Meteorietenkluis
Hoewel het kantoor van Steenstra niet in het pand van Nasa zat, kwam hij daar wel regelmatig. “Zo mocht ik in de meteorietenkluis komen. Het is een ruimte ter grootte van een voetbalveld waar tienduizend meteorieten liggen. Dat was wel het allerleukste van de stage. Dat je dingen ziet die je anders niet zomaar in handen krijgt. En dat je aan iets werkt dat in de toekomst misschien aan ruimteonderzoek bijdraagt.”
Zelf ook interesse in deze stage? Neem contact met Steenstra op.