Het ministerie van Onderwijs verwierp zestien voorgestelde hbo-opleidingen en zes wo-opleidingen. In totaal haalden elf masters bakzeil, tegen zes bachelors en vijf associate degrees.
Hogeschool Avans kreeg bijvoorbeeld geen toestemming voor de bacheloropleiding toegepaste psychologie in Den Bosch. Twee andere opleidingen lagen te dicht in de buurt, stelde de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs, die het ministerie adviseert.
Zo ging het bijvoorbeeld ook bij de Hogeschool Utrecht, die een hbo-master in de fysiotherapie wilde lanceren. Het aanbod is groot genoeg, meent de CDHO.
De Vrije Universiteit Amsterdam wilde een bacheloropleiding sociale economie starten. Ook dat werd afgewezen: andere opleidingen kunnen al in de behoefte voorzien, aldus de commissie.
Maar de geringe (of niet aangetoonde) behoefte op de arbeidsmarkt is ook weleens een probleem. Dat speelde bijvoorbeeld bij een gezamenlijke masteropleiding crop engineering die de universiteiten van Maastricht en Nijmegen in Venlo wilden starten.
Engelstalig
Als de plannen van demissionair minister Robbert Dijkgraaf doorgaan, krijgt deze commissie (CDHO) in de toekomst een grotere rol. Zij gaat dan beoordelen of nieuwe opleidingen Engelstalig mogen zijn of beter in het Nederlands gegeven kunnen worden. Maar wellicht wil het volgende kabinet op een andere manier te werk gaan; de verengelsing van het hoger onderwijs ligt gevoelig in de politiek, vooral bij de partijen die de verkiezingen hebben gewonnen.
Er waren afgelopen jaar 67 hbo-opleidingen en 18 wo-opleidingen die wél groen licht kregen. Eén op de vijf aanvragen wordt dus afgewezen, tegen tachtig procent die wordt goedgekeurd. (Over elf aanvragen is nog geen beslissing genomen.)
Afgewezen opleidingen doen vaak een nieuwe gooi naar goedkeuring. Afgelopen jaar zijn er 32 geslaagd voor hun herkansing. Soms is de argumentatie voor een nieuwe opleiding bij de eerste aanvraag onvolledig of niet navolgbaar. “Het zijn zaken die in één keer goed zouden moeten gaan en nu nodeloos vertraging opleveren”, schreef het CDHO eerder in een jaarverslag.
Het is niet uitzonderlijk dat 80 procent wordt goedgekeurd. Jaarlijks krijgt tussen de 56 en 86 procent van de nieuwe opleidingen toestemming om van start te gaan, waarbij die 56 procent uit 2018 een uitschieter naar beneden was.