Van de 3,5 miljoen geregistreerde orgaandonoren in Nederland, willen er minder dan 31 duizend niet dat hun organen worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek naar transplantaties.
Op 30 september 2014 hadden bijna 5,8 miljoen mensen aangegeven of ze hun organen na hun dood wel of niet beschikbaar willen stellen. De meeste mensen geven toestemming, of laten de beslissing over aan hun nabestaanden. Iets meer dan 27 procent van de geregistreerden wil na overlijden geen donor zijn.
Niet mijn huid
Donorregistratie staat in de Nationale Donorweek weer even volop in de belangstelling. Allerlei bekende Nederlanders roepen op tot registratie, al is het maar om duidelijkheid te geven aan nabestaanden.
Bij registratie kunnen nieuwe donoren uitzonderingen maken. Veel mensen willen hun huid (14 procent) of hoornvliezen (12 procent) bijvoorbeeld niet afstaan, anderen zonderen hun lever, alvleeskier of nieren uit.
Niet geschikt
Het komt zelden voor, maar soms blijkt een uitgenomen orgaan toch niet geschikt. Dan kunnen artsen het nog wel gebruiken voor onderzoek naar transplantaties. Daar maakt minder dan één procent van de donoren bezwaar tegen, ongeveer hetzelfde percentage als vorig jaar.
Dat zouden er wellicht meer kunnen zijn, maar de informatie hierover is een beetje weggestopt. Het staat niet in de hoofdtekst over donorregistratie, maar wel in de uitgebreidere folder en bij de informatie over het registreren zelf. Donorregistratie is zo gepiept en kan online met een DigiD. Ook het uitzonderen van bepaalde organen gebeurt met een muisklik.
Maar bezwaar maken tegen het wetenschappelijk gebruik van organen gaat nog per post.
Voor de wetenschap
Overigens is orgaandonatie niet hetzelfde als het lichaam nalaten aan de wetenschap. In dat geval wordt een lichaam gebruikt voor onderwijs aan geneeskundestudenten of door artsen die nieuwe operatietechnieken moeten oefenen. Wie daar toestemming voor wil geven, moet zich laten registreren bij een academisch ziekenhuis.