Het kabinet wil medische vervolgopleidingen een tot twee jaar korter maken. “Kortzichtig”, noemt de Leidse hoogleraar Joep Dörr het bezuinigingsplan.
In het regeerakkoord staat dat vervolgopleidingen voor medisch specialisten worden verkort tot het Europese minimum. Dat levert de overheid 180 miljoen euro op. “Nederland wordt zo de hekkensluiter van Europa”, vreest Dörr. “Een kortere opleiding gaat onvermijdelijk ten koste van de kwaliteit.”
15 miljoen bezuinigen
De afspraak komt niet uit de lucht vallen. In een ambtelijk rapport dat in mei van dit jaar verscheen, werden drie bezuinigingsvoorstellen voor medisch specialisten gepresenteerd. De aanbeveling om specialisten zelf een deel van hun studie te laten betalen, lijkt voorlopig van de baan. Een bezuiniging van 15 miljoen op het opleidingsfonds staat al in de begroting voor 2013 en de derde ambtelijke aanbeveling – kortere opleidingen – komt daar nu bij.
Verouderde richtlijn
Dörr hield vorige week zijn oratie als hoogleraar medische vervolgopleidingen bij de Universiteit Leiden. Volgens hem hanteert geen enkel ander Europees land de minimum-richtlijnen, die nog uit 1975 stammen. Sterker nog, in veel andere Europese landen duren medische vervolgopleidingen langer dan de vier tot zes jaar die in Nederland gebruikelijk is.
In die periode leren artsen niet alleen opereren en behandelen. “In 2011 zijn de opleidingen flink veranderd”, zegt Dörr. “Mede op aandringen van de overheid geven wij competentiegericht onderwijs. Als de opleidingen korter worden, komen juist onderdelen als communicatie, samenwerken, patiëntveiligheid en leiderschap in het gedrang. Sla de krant op en het wordt duidelijk dat daar nog wel iets aan kan gebeuren.”
Wel efficiënter
Dörr, die voorzitter is van de raad opleiding van de Orde van medisch specialisten, erkent dat de beroepsgroep bij moet dragen aan beteugeling van de hoge zorgkosten. “We willen onze hakken niet in het zand zetten. Binnenkort start daarom een werkgroep die gaat kijken hoe we opleidingen efficiënter kunnen inrichten. Ik denk bijvoorbeeld aan individualisering van het competentiegerichte deel. Sommige mensen hebben bepaalde competenties nu eenmaal sneller onder de knie dan anderen.”
Een simpele reductie van de opleidingsduur is rigoureus en onacceptabel, aldus Dörr. “Opleiden is investeren in de toekomst. De politiek denkt duidelijk alleen na over de korte termijn.”