De basisbeurs is verdwenen en dat gaat universiteiten en hogescholen uiteindelijk honderden miljoenen euro’s per jaar opleveren. Maar studenten merken daar voorlopig weinig van.
Volgend jaar is er nog geen extra geld voor het hoger onderwijs. Sterker nog, het kabinet bezuinigt enigszins, blijkt uit de nieuwe onderwijsbegroting van het ministerie. Het hbo moet zo’n tien miljoen euro inleveren en het wetenschappelijk onderwijs ongeveer vijftien miljoen euro.
Pas vanaf 2018 komt er druppelsgewijs extra geld beschikbaar. De hogescholen en universiteiten ontvangen nu jaarlijks zo’n 6.800 euro per student en dat bedrag gaat de komende drie jaren omhoog: in het wetenschappelijk onderwijs met tweehonderd euro en in het hbo met driehonderd euro.
Vooruitlopen
Toch gaan studenten daar niet zoveel van merken. Althans, niet meer dan nu. Sinds 2015 moeten hogescholen en universiteiten alvast vooruitlopen op de opbrengst van het nieuwe leenstelsel. Samen besteden ze jaarlijks tweehonderd miljoen euro extra aan hun onderwijs, hebben ze beloofd.
De ene onderwijsinstelling is daar beter toe in staat dan de andere, erkende minister Bussemaker al eerder. Sommige zitten krap en kunnen helemaal niet extra investeren, andere kunnen misschien nog een stapje extra doen. Maar in totaal zou dat toch het bedrag zijn: tweehonderd miljoen.
Al uitgegeven
Het extra geld is dus al een beetje uitgegeven. Dat is wat ‘vooruitlopen’ betekent. Misschien zien studenten nu al iets terug van die extra uitgaven – sommige instellingen hebben extra docenten aangenomen of de bibliotheek gemoderniseerd – maar daar blijft het voorlopig bij. Straks moeten de instellingen hun spaarrekening weer aanvullen die ze nu even konden plunderen. Het grote geld laat dus op zich wachten.
Dat weet het kabinet ook. Het had al bij de invoering van het nieuwe leenstelsel beloofd dat er speciale tegoedbonnen komen voor de eerstejaarsstudenten van de jaren 2015/16 tot en met 2018/19. Die studenten kunnen immers nog niet “volop profiteren van de investeringen”. Ze krijgen tweeduizend euro voor bijscholing die ze vijf tot tien jaar na hun afstuderen kunnen besteden.
Maar daarvoor moesten ze dus wel hun basisbeurs inleveren: 3.300 euro per jaar voor uitwonende studenten.