Universiteiten en hogescholen roepen al jaren dat ze meer invloed willen op de keuring van hun onderwijs. Maar nu ze die bij wijze van experiment krijgen, slaat de twijfel toe.
Er heerste veel onduidelijkheid, gisteren op een bijeenkomst van onderwijskeurmeester NVAO. Want hoe werkt dat nieuwe experiment met andere opleidingskeuringen nu precíes? Aan welke regels moeten de opleidingen voldoen? Wanneer zijn ze goed genoeg? De aanwezige kwaliteitszorgmedewerkers waren vooral op zoek naar zekerheden.
Experiment vormen
En dat was nu net niet de bedoeling van de bijeenkomst. “Het is niet: u vraagt, wij geven antwoord”, begon NVAO-voorzitter Anne Flierman de dag. “We willen echt samen met u nadenken over manieren om het experiment vorm te geven en het bestaande stelsel te verbeteren.”
Van de politiek komen alleen “de krijtlijnen”, aldus Flierman. Bijvoorbeeld de eis dat de NVAO nog steeds alle opleidingen keurt. “Daar mag u het niet mee eens zijn, maar daar hebben we ons aan te houden.” Binnen die krijtlijnen is er nog van alles mogelijk.
Veel ruimte
Daar hebben de kwaliteitszorgmedewerkers van hogescholen en universiteiten wat moeite mee, gewend als ze zijn aan het afvinken van eisenlijstjes. Eén vrouw wil weten welk panel van deskundigen tijdens het experiment als eerste de keuring doet: dat van de NVAO of het eigen panel dat opleidingen straks ook mogen aanstellen. Een ander vraagt zich af wat die eigen panels precies voor papieren moeten opvragen.
Allemaal vragen waar de keurmeesters zich nu juist níet meer mee bezig hoeven te houden, antwoordt NVAO-medewerker Thomas de Bruijn. “Dat is nu juist de ruimte die opleidingen straks zelf mogen invullen.” Dat is ook de ruimte waar met name de universiteiten jarenlang voor gelobbyd hebben.
Rompslomp
Verder vragen veel aanwezigen zich af of het experiment daadwerkelijk minder rompslomp met zich meebrengt dan de huidige opleidingskeuringen. “Opleidingen krijgen ineens twee panels over de vloer. Ik denk toch dat dat meer gedoe is dan één”, vreest een hogeschoolmedewerker.
In het experiment keurt de NVAO alleen nog of het eindniveau van studenten op orde is. Het eigen panel van ‘peer-reviewers’ moet daarnaast bespreken wat er nog beter kan aan het studieprogramma en de manier waarop studenten getoetst worden.
Wennen
“Daardoor krijg je als docent meer grip op het onderwijs”, denkt Diana de Cock van Fontys Hogescholen. Zij ziet wel wat in het experiment, maar niet omdat het minder administratie zou opleveren. “Nee joh, in eerste instantie levert het alleen maar meer werk op. Want je moet toch weer wennen aan een nieuw systeem. Maar dit is wel een kans om iedereen meer te betrekken bij de kwaliteit van het onderwijs. Die kans moet je wel pakken, vind ik.”
“Je moet een kans inderdaad proberen te benutten”, vindt ook Riek Peters van de TU Eindhoven. Maar hij heeft er een hard hoofd in. “Ik hoop dat dit experiment wat gaat opleveren. Want twee panels met keurmeesters, dat zorgt toch niet voor lastenverlichting?”
Dezelfde experts
NVAO-voorzitter Flierman verwacht overigens niet dat veel opleidingen eigen deskundigen zullen inhuren, zei hij donderdag in een interview met het Hoger Onderwijs Persbureau. “Ik verwacht dat dit in de praktijk dezelfde experts zijn die in opdracht van de NVAO langskomen. Instellingen kunnen in theorie wel een ander deskundigenpanel kiezen, maar dat lijkt me omslachtig en zal veel extra werk opleveren.”
De NVAO organiseert de komende weken meer bijeenkomsten over het stelsel van onderwijskeuringen. Die moeten uiteindelijk leiden tot een goede uitwerking van het aangekondigde experiment.