Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
30 oktober 2024

Wetenschap
& Onderwijs

Minister zegt niks voor arme buitenlandse promovendi te kunnen doen

Universiteiten hoeven buitenlandse promovendi met een beurs niet in dienst te nemen. Dat vindt minister Dijkgraaf te duur. Het Promovendi Netwerk Nederland is verbaasd dat de minister een motie van de Tweede Kamer naast zich neerlegt.

Ze hebben het vaak niet breed, maar daar kan een demissionair kabinet weinig aan veranderen, denkt minister Dijkgraaf. Buitenlandse promovendi die niet kunnen rondkomen van de beurs die ze uit eigen land meekrijgen, moeten vooral beter voorgelicht worden over wat hun in Nederland te wachten staat, is zijn conclusie.

Onder minimumloon

Zo’n 3.800 buitenlanders promoveren met een beurs aan een Nederlandse universiteit. Gemiddeld krijgen ze 1.400 euro per maand, minder dan het minimumloon, en sommigen moeten zelfs van 700 euro rond zien te komen, bleek uit een onderzoek van Promovendi Netwerk Nederland (PNN).

Sommige universiteiten vullen de beurs daarom aan, maar daarmee lopen ze een risico. Achteraf kunnen ze zomaar een naheffing opgelegd krijgen. Soms ziet de Belastingdienst de aanvulling namelijk als een vorm van salaris en daar horen premies en belastingen bij.

In dienst

Zonder arbeidsovereenkomst hebben beurspromovendi geen recht op huurtoeslag of kinderopvangtoeslag. Ook de zorgverzekering is voor hen niet goed geregeld. Kunnen universiteiten de beurspromovendi daarom niet beter allemaal in dienst nemen? Dat opperde PNN in september. Het zou in één klap een hoop problemen oplossen.

Maar Dijkgraaf denkt dat daar weer nieuwe problemen voor in de plaats komen, schrijft hij nu. Als universiteiten deze promovendi in dienst zouden nemen, kost dat veel geld. “En dat zou betekenen dat er minder promovendi via dergelijke programma’s naar Nederland zouden komen”, schrijft de minister. Bovendien gaat hij helemaal niet over wie universiteiten wel of niet in dienst nemen.

Naheffing

De minister kan universiteiten ook niet vooraf geruststellen over eventuele naheffingen van de Belastingdienst. Die beslist immers van geval tot geval op basis van de individuele omstandigheden, legt de minister uit. En altijd achteraf.

Dat brengt hem in een lastig parket. De Tweede Kamer riep hem namelijk al in september 2022 op om er samen met andere overheidsinstanties voor te zorgen dat universiteiten niet achteraf voor fiscale verrassingen komen te staan wanneer zij de beurzen van buitenlandse promovendi aanvullen. De CDA-motie hierover werd vorig jaar unaniem aangenomen.

Motie

In plaats daarvan vraagt de minister aan universiteiten om zelf de boel gelijk te trekken, schrijft hij in zijn brief aan de Kamer. Universiteiten zouden onderling afspraken kunnen maken over hoe ze met beurspromovendi omgaan. Maar vooral moeten de buitenlandse promovendi vooraf “beter geïnformeerd worden over wat zij mogen verwachten als ze naar Nederland komen voor hun promotieonderzoek”.

Voorzitter Benthe van Wanrooij van het promovendinetwerk is verbaasd dat de minister het probleem bij de universiteiten legt. “De minister voert de motie simpelweg niet uit en hij geeft ook geen handreiking aan universiteiten over hoe ze de beurzen fatsoenlijk kunnen aanvullen. We hopen dat universiteiten wel op zoek gaan naar een oplossing voor de precaire situatie van deze promovendi.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.