Hoe moet het verder met de starters- en stimuleringsbeurzen die minister Dijkgraaf voor wetenschappers in het leven heeft geroepen? Hij vraagt ook zijn scherpste critici om advies.
Rust en ruimte wilde minister Robbert Dijkgraaf in de wetenschap creëren. Een van zijn voorstellen: geef nieuwe universitair docenten (UD) met een vast contract een startersbeurs van 300 duizend euro.
Daarnaast komen er ook stimuleringsbeurzen van wisselende hoogte voor andere wetenschappers. Voor deze beurzen heeft de minister een bedrag van 300 miljoen euro uitgetrokken.
Ook al kan de minister onder wetenschappers op tamelijk veel sympathie rekenen, er klonk al snel kritiek op de plannen. Een commissie met enkele van die critici mag hem nu advies gaan geven: hoe moet het verder met de beurzen?
De voorzitter van die commissie zal voor betrokkenen geen verrassing zijn. Dat is de Utrechtse hoogleraar Bert Weckhuysen, die namens wetenschapsgenootschap KNAW een advies schreef over het belang van ‘werkkapitaal’ voor wetenschappers. Daar zijn Dijkgraafs beurzen op geïnspireerd.
WOinActie
Andere namen zijn verrassender. Een van de commissieleden is bijvoorbeeld Remco Breuker van WOinActie. Die actiegroep ziet weinig in de plannen en stelde voor om het geld gewoon over alle wetenschappers te verdelen, wat neerkomt op zo’n 25 duizend euro per jaar per wetenschapper.
Een ander lid is Thijs Bol, vicevoorzitter van de Jonge Akademie. Dat genootschap van jonge topwetenschappers plaatste ook kanttekeningen. De leden vrezen dat de beurzen voor een nieuwe competitie zullen zorgen, “met bijbehorende werkdruk”.
Ook de universiteiten zelf maken zich zorgen. Waarom krijgt elke UD’er hetzelfde bedrag, ongeacht het vakgebied? Geeft het geen scheve ogen als nieuwe UD’ers geld krijgen en hun collega’s niet? Sommige faculteiten verdelen het beschikbare geld liever over teams.
Dus gaat een directeur human resources meedenken (Mariska Brzözek van de TU Eindhoven), net als rector magnificus Pamela Habibović (Universiteit Maastricht), Pancras Hogendoorn (vicevoorzitter Leids ziekenhuis LUMC) en Mladen Popović (decaan godgeleerdheid in Groningen).
Twee UD’ers
Verder zitten er twee universitair docenten in de commissie die niet bang zijn om hun mening te uiten. De ene is Femke Nijboer van de Universiteit Twente, tevens columnist van universiteitsblad U-Today. De andere is Ceren Pekdemir van de Universiteit Maastricht. Zij leidde in september de ‘Ware Opening’ van het academische jaar, een protestbijeenkomst tegen de vele tijdelijke contracten in de wetenschap.
De eerste adviezen worden eind maart verwacht, maar de commissie blijft in elk geval twee jaar bestaan. Tegelijkertijd buigt een commissie van onderzoeksfinancier NWO zich over de vraag hoe die nieuwe starters- en stimuleringsbeurzen zich verhouden tot huidige onderzoeksfinanciering.
De commissie is opgericht in overleg met een reeks aan belangenorganisaties en actiegroepen: universiteitenvereniging UNL, de vereniging van academische ziekenhuizen NFU, onderzoeksfinancier NWO, wetenschapsgenootschap KNAW, De Jonge Akademie, vakbond AOb en WOinActie.