In een kwarteeuw tijd is het aantal hoogopgeleide rokers bijna gehalveerd. Het verschil met laagopgeleiden is groter geworden: bij hen daalde het aandeel rokers veel minder sterk.
Goed nieuws: steeds minder mensen roken, blijkt uit cijfers van het CBS, het Trimbos Instituut en het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu. In 1989 rookte nog 38 procent van de Nederlanders boven de 25 jaar, vorig jaar was dit gedaald naar bijna een kwart.
Weinig universitaire rokers
Het slechte nieuws is dat deze daling vooral voor hoogopgeleiden geldt. Rond 1990 rookte nog 34 procent van hen: in 2015 was dit percentage gehalveerd. Bij de laagopgeleiden was er in dezelfde periode een daling van 38 naar 28 procent.
Van degenen die een universitaire opleiding hebben afgerond, zegt ruim 52 procent nog nooit gerookt te hebben. Bij afgestudeerde bachelors (hbo en wo) is dit aandeel 47 procent en bij laagopgeleiden bijna veertig procent.
Dagelijks roken
Niet alleen roken laaggeschoolden vaker, ook roken zij meer. Van de laaggeschoolde rokers steekt bijna negentig procent dagelijks één of meerdere sigaretten op. Bij de rokers met universitaire opleiding is dat minder dan de helft.
Laagopgeleiden ervaren minder steun bij familie of vrienden, waardoor het lastiger wordt om te stoppen, zegt Esther Croes, arts-epidemioloog bij het Trimbos-instituut, in dagblad Trouw. “Als iedereen om je heen doorgaat, is het moeilijk zelf te stoppen.” Ook hebben laagopgeleiden vaker last van werkloosheid of geldzorgen. “Met dit soort stressmomenten is de kans op een terugval groter”, stelt Croes.
Te moeilijke taal
Bovendien is het taalgebruik in de antirookcampagnes vaak te ingewikkeld, waardoor laagopgeleiden niet bereikt worden. Het zou helpen om de ondersteuning bij het stoppen met roken gratis te maken, denkt Croes.
Dat het onderzoek vandaag verscheen is niet helemaal toevallig: het is World No Tobacco Day.