Vijftien onderwijsinstellingen gaan hun collegejaar anders inrichten. Door het aantal onderwijsweken te verminderen hopen ze meer ‘ademruimte’ te creëren voor overbelaste studenten en docenten. Het experiment loopt tot 2026.
Het idee van een ‘slimmer academisch jaar’ komt van De Jonge Akademie, het genootschap van relatief jonge topwetenschappers dat verbonden is aan de KNAW. Uit een vergelijking met het buitenland zou blijken dat het Nederlandse studiejaar tot wel negen weken langer is dan elders in Europa. Het zou met name aan de universiteiten voor inefficiëntie en een hoge werkdruk zorgen. Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf zag wel wat in een experiment en maakt er nu bijna 13 miljoen euro voor vrij.
Veertien universiteiten en de Groningse Hanzehogeschool doen mee. De Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam hebben een coördinerende rol. Elke instelling mag met maximaal drie pilotprojecten meedoen.
‘Slimmer’
In de proeven kunnen opleidingen het aantal onderwijsweken “op een verantwoorde manier” verminderen en het collegejaar anders inrichten zonder dat het ten koste gaat van de inhoud. Zo komen er onderwijsvrije periodes waarin er tijd is voor reflectie, onderzoek, summer schools, studentenprojecten en stages.
Behoefte
Volgens Dijkgraaf geeft de grote belangstelling aan hoeveel behoefte studenten, docenten en onderzoekers hebben aan meer ‘ademruimte’. “Veel studenten zuchten onder overvolle studieweken, docenten ervaren veel werkdruk en onderzoekers komen onvoldoende aan onderzoek toe. Die situatie moeten we echt verbeteren.”
Toch klonk er eerder ook kritiek op het ‘slimme collegejaar’. Het ComeniusNetwerk van docenten in het hoger onderwijs waarschuwde dat het snoeien in collegetijd ten koste kan gaan van de onderwijskwaliteit. En het Interstedelijk Studentenoverleg benadrukte dat de vermindering van het aantal onderwijsweken niet moet zijn ingegeven door financiële overwegingen.
Over twee jaar zal het project, dat tot 2026 loopt, worden geëvalueerd. Eventueel wil Dijkgraaf meer initiatieven mogelijk maken. Dinsdagmiddag is er een startbijeenkomst bij de Universiteit van Amsterdam waar de instellingen samen gaan praten over de projecten die ze willen doen.
Tot de veertien deelnemende universiteiten behoren ook de Universiteit voor Humanistiek en de Theologische Universiteit Apeldoorn. De TU Delft en de Open Universiteit doen niet mee.