Het hoger onderwijs en onderzoek moet zich niet overleveren aan grote techbedrijven, waarschuwden experts tijdens een online meeting van de KNAW. Maar voor een onafhankelijke koers zijn grote investeringen nodig, denken ze.
Wetenschapsgenootschap KNAW organiseerde deze week een online bijeenkomst over de voor- en nadelen van digitale technologie waarvan iedereen nu meer dan ooit gebruikmaakt. Het onderwijs en onderzoek kon doorgaan tijdens de pandemie, maar de voortschrijdende digitalisering levert wel risico’s op voor academische waarden, wetenschappelijke data en de privacy.
“Neem Zoom, het programma waarmee wij nu online vergaderen”, zei de Tilburgse hoogleraar Linnet Taylor. “Zoom was een klein bedrijf dat tijdens de pandemie uitgroeide tot een wereldwijde monopolist.” Het bedrijf werkte volgens haar mee aan censuur, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot de Chinese markt. Antwoord op kritische vragen geeft het bedrijf volgens haar maar mondjesmaat. “We zullen moeten bedenken wat we als wetenschappers acceptabel vinden.”
Ingrijpend
Universiteiten denken volgens haar nog weinig na over de gevolgen van digitalisering. “Je zou veel meer studenten kunnen toelaten. En als die vanuit allerlei plekken ter wereld kunnen deelnemen, heeft dat ook invloed op het onderwijs, de contracten van docenten en de relatie tussen onderwijs en onderzoek. Instellingen en overheden gaan hun geld dan mogelijk heel anders besteden. Daar hebben we nog geen debat over gevoerd.”
Volgens de Maastrichtse hoogleraar Valentina Mazzucato zijn wereldwijde digitale netwerken heel belangrijk voor wetenschappers uit armere landen die zich bijvoorbeeld geen dure reizen naar internationale conferenties kunnen veroorloven. En ook voor grensoverschrijdend onderzoek, dataverzameling en de samenwerking met andere wetenschappers zijn die netwerken erg handig. “Het leidt tot meer gelijkwaardigheid.”
Investeren
Maar het blijft zeer problematisch als wetenschappers afhankelijk zijn van grote commerciële techbedrijven, vindt ook UvA-hoogleraar Thomas Poell. Volgens hem monopoliseert een klein aantal bedrijven de markt en kunnen ze hun prijzen naar believen verhogen. Hun systemen sluiten bovendien niet op elkaar aan, zodat switchen van softwareaanbieder heel moeilijk wordt. Er zijn volgens hem goede non profit-alternatieven ontwikkeld, maar willen die van de grond komen dan moeten ze veel grootschaliger worden. “Daar zit de bottle neck.”
Ook Joris van Hoboken, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel, dringt aan op investeringen. “We moeten snappen dat er zeer brede coalities nodig zijn die de goede keuzes maken. We zijn erg laat, maar misschien niet te laat.”
Vorige week waarschuwden ook de universitaire medezeggenschapsraden voor de macht van techbedrijven. Eerder deden de rectoren van de Nederlandse universiteiten en een groep cyberhoogleraren dat ook.