Die bezuinigingen op onderzoek en innovatie vallen wel mee, leek minister Belaarts vorige week te suggereren in een debat over de begroting van zijn ministerie. Hij noemde allerlei potjes, belastingvoordelen en subsidies.
Kamerlid Joris Thijssen (GroenLinks-PvdA) wilde het toch even zeker weten: “Worden er nou miljarden bezuinigd op innovatie, onderzoek en onderwijs, ja of nee?”
Andere prioriteiten
Beljaarts kon het niet ontkennen. Het kabinet heeft besloten om “niet in de richting die u noemt extra geld te investeren”, was zijn antwoord. “We hebben andere keuzes gemaakt omdat we ook andere prioriteiten hebben, op woningen, ziektekostenbeperking, infrastructuur en dat soort zaken.”
Niet alleen het ministerie van Onderwijs bezuinigt, ook Economische Zaken heeft minder geld voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar. Zo daalt de bijdrage van EZ aan het Fonds Wetenschap en Onderzoek met 25 miljoen per jaar. Het Nationaal Groeifonds houdt zelfs helemaal op te bestaan. Daarmee bespaart Beljaarts de komende jaren zo’n zeven miljard euro.
Laurens Dassen (Volt) wilde de overwegingen hardop horen. “De minister heeft eerder zelf aangegeven dat deze bezuinigingen op onderzoek, innovatie en wetenschap onze kennispositie en ons concurrentievermogen ongunstig gaan beïnvloeden”, zei hij. “Dat is een ander verhaal dan hij nu vertelt.”
Pijnlijke keuzes
“In de ideale wereld is hiervoor meer budget beschikbaar en komt elke euro die je kunt investeren uiteraard ten gunste van de innovatiekracht of een hogere arbeidsproductiviteit”, luidde het antwoord. Maar er was volgens hem geen geld genoeg. “We hebben juist heel pijnlijke keuzes moeten maken.”
En de toekomstige welvaart dan, wilde Dassen weten. Daar zijn onderzoek en innovatie toch heel belangrijk voor? Beljaarts: “U heeft het over welvaart, maar welvaart kent natuurlijk verschillende aspecten. Het kabinet heeft ervoor gekozen om dit volgend jaar in de koopkracht van mensen terug te laten komen. We hebben verdiencapaciteit, maar we hebben ook zoiets als de euro in de portemonnee van de burgers.”
Aandeelhouders
Hoe heeft de VVD hiermee akkoord kunnen gaan, wilde Thijssen van het liberale Kamerlid Claire Martens-America weten. “Ik snap de vraag heel goed”, antwoordde zij. “Ook ik heb zorgen over of het wel voldoende is. Laat ik dat hier maar gelijk op tafel leggen.”
Toch verdedigde ze de lijn van het kabinet, ook de keuze aandeelhouders en ondernemers te steunen. Die willen dan meer geld investeren in R&D, voorspelde ze, en nog belangrijker: die willen dan hier blijven, zodat al hun R&D ten goede komt aan Nederland. “Ik denk dus dat wij allebei anders naar het vraagstuk kijken. De zorg delen wij echter wel.”
Goede intenties
Thijssen noemde het “geld uitdelen aan de aandeelhouders” in plaats van geld voor innovatie. De banen van de toekomst lopen gevaar, stelde hij. Martens-America: “Ik snap dat mijn collega dat denkt. Ik ben ontzettend blij met de lastenverlichting die we doorvoeren. Ik geloof dat onze ondernemers goede intenties hebben.”
Zo kreeg de oppositie ook in het debat over de economie geen voet aan de grond bij de regeringspartijen en het kabinet. De partijen dienden ook geen motie in om de bezuinigingen ongedaan te maken. Die zou toch geen meerderheid halen.