Wat betekent de bestuurlijke fusie van VUmc met AMC voor Amsterdamse geneeskundestudenten? Tijdens de coschappen kan het nog ingewikkeld worden.
“Op de korte termijn verandert er helemaal niets voor studenten geneeskunde”, zegt Judith Scherpenisse, voorzitter van de facultaire studentenraad (fsr) van Academisch Medisch Centrum (AMC). “Beide ziekenhuizen houden hun eigen opleiding geneeskunde met hun eigen programma.”
VUmc + AMC =
Amsterdam UMC
De academische ziekenhuizen VUmc en AMC zijn donderdag 7 juni bestuurlijk gefuseerd en gaan gaan samen verder onder de naam Amsterdam UMC.
De leden van de raden van toezicht en de raden van bestuur van beide centra blijven voorlopig op hun plek zitten. VUmc en AMC blijven nog wel juridisch aparte organisaties. Voor patiënten, studenten en medewerkers blijven beide ziekenhuizen op de bestaande locaties voorlopig als voorheen functioneren.
Ook Akash Singh, fsr-voorzitter VUmc, verwacht niet dat studenten de komende jaren iets van de bestuurlijke fusie zullen gaan merken. Tenminste: de bachelorstudenten niet. Hoewel enkele docenten door uitwisseling van specialismen bij een ander ziekenhuis gaan werken, blijven ze hun aanstelling bij dezelfde universiteit houden. Er verschijnen dus geen andere gezichten in de collegezaal en de studie blijft voorlopig dezelfde inhoud houden.
Coschappen
Pas in de masterfase zullen studenten tijdens hun coschappen merken dat er dingen veranderen. Zo zijn enkele afdelingen van VUmc naar AMC verhuisd en andersom. Wie voortaan een coschap bij het Vrouw-kindcentrum doet, zal daarvoor misschien binnenkort naar Zuidoost moeten reizen.
“Dat betekent dat de studenten van beide opleidingen door elkaar op de werkvloer zullen lopen”, legt student Maarten Kamphuis van fsr-VUmc uit. “Dat kan nadelig uitpakken voor hun beoordeling.” Aangezien studenten bij VUmc en AMC een verschillend programma volgen en op een ander moment in de studie de coschap doen, kan hun kennis verschillen. Alle studenten dragen dezelfde witte jas, dus het is voor de beoordelend arts niet zichtbaar welke achtergrond een student heeft. Hoewel beide opleidingen aan dezelfde landelijke eisen moeten voldoen, hebben ze wel een verschillende focus. Singh: “Het is algemeen bekend dat AMC zich meer richt op anatomie, terwijl VUmc-studenten meer van farmacotherapie weten. Als studenten van verschillende studies naast elkaar werken, kan het lijken of de ene student beter is. Een VUmc-arts die een VUmc-student beoordeelt, weet waaraan de student moet voldoen.”
Taken verdeeld
Door samen te werken in plaats van te concurreren zouden de ziekenhuizen betere gespecialiseerde complexe zorg aan patiënten kunnen bieden. En bovendien zou het bestaan van twee academische ziekenhuizen in Amsterdam inefficiënt zijn.
Concreet betekent dit dat VUmc de verantwoordelijkheid over neurologie en neurochirurgie krijgt, terwijl in AMC een Vrouw-kindcentrum komt, waar binnenkort alle patiënten terechtkunnen voor verloskunde, gynaecologie, voortplantings- en kindergeneeskunde. Hoewel beide locaties spoedeisende hulp en oncologische zorg bieden, zal de nadruk in AMC liggen op acute zorg en in VUmc op oncologische zorg.
Gesynchroniseerde master
Om problemen tijdens de coschappen te voorkomen, hebben de faculteitsraden het bestuur verzocht om in de toekomst de coschap-programma’s gelijk te laten lopen. Zodat studenten van beide opleidingen met dezelfde kennis aan hun coschap kunnen beginnen. Scherpenisse: “Het voordeel van de traagheid van de fusie is dat we makkelijk problemen bij het bestuur kunnen benoemen. De raad van bestuur waardeert dat we meedenken.”
De leden van de facultaire studentenraden verwachten dat maar weinig VUmc-studenten stage bij AMC zullen lopen en andersom. Praktisch zal dat weinig problemen opleveren: er gaat al een tijdje regelmatig een shuttlebusje van de De Boelelaan naar de Meibergdreef.
Ook zijn ze niet bang dat minder studenten hierdoor een coschap in VUmc of AMC willen lopen. Opvallend genoeg zijn die plekken namelijk helemaal niet zo populair. “De ziekenhuizen zijn zo specialistisch dat je heel veel dingen ziet die je later in de praktijk nooit meer tegen zult komen”, aldus Kamphuis. “Studenten vinden het veel leuker om in een niet-academisch ziekenhuis te werken. Daar mag je veel meer doen en leer je meer van de dagelijkse praktijk. Coassistenten mogen daar ook simpele ingrepen doen.”
Gezamenlijke opleiding
De studenten hopen dat de alliantie ook voordelen zal opleveren.
Michelle Ruhe, vicevoorzitter van fsr-AMC: “Het zou bijvoorbeeld ideaal zijn als je keuzevakken of minoren bij elkaar kunt volgen. Dat is nu nog niet mogelijk.” Ook het samenvoegen van summerschools of de programma’s voor zij-instromers zien ze wel zitten. “Zodat studenten terechtkomen bij de opleiding die de meeste kennis op dit gebied heeft.”
Eén grote gemeenschappelijke opleiding zien ze juist niet zitten. Hoewel de opleidingen aan dezelfde eisen moeten voldoen, biedt dat raamwerk voldoende ruimte om verschillende competenties aan te bieden. De studenten hopen dat de opleidingen dit in de verre toekomst heel verschillend zullen vormgeven, zodat er een duidelijk verschil is tussen de studenten van de twee faculteiten. “Een faculteit kan niet alles bieden, het zou mooi zijn als ze zo differentiëren dat je als student vooraf al duidelijk weet waar je voor kiest”, zegt Scherpenisse.