Ook in Nederland moeten Chinese beurspromovendi hun vorderingen doorgeven aan hun ambassade, meldt het Delftse universiteitsmedium Delta. Ze nemen de rapportageplicht zelf niet erg serieus. Het ministerie doet onderzoek.
Chinese promovendi met een beurs van het China Scholarship Council (CSC) moeten ook in Nederland verslag doen bij hun ambassade: ze zouden elk semester een formulier over hun vorderingen moeten invullen en dit naar de ambassade mailen. Dat meldt Delta, het onafhankelijke nieuwsplatform van de TU Delft. De Delftse redactie heeft zo’n formulier in handen.
Formulier
De ambassade vraagt promovendi om een korte samenvatting van hun onderzoeksvorderingen. Zo’n formulier moet worden ondertekend door hun hoogleraar of begeleider.
Het is niet bekend of dit alles ook daadwerkelijk gebeurt. Delta sprak meerdere Chinese promovendi die anoniem wilden blijven omdat ze represailles vrezen van de Chinese overheid. Ze nemen het niet al te nauw met het formulier. “Er zijn momenteel zo’n 2000 Chinese promovendi in Nederland. Denk je nou echt dat de ambassade tijd heeft om al onze formulieren door te lezen?”, zei één van hen tegen Delta.
Familie staat garant
In Duitsland werd vorige maand bekend dat sommige Chinese promovendi verplicht zijn om hun ambassade of consulaat op de hoogte te houden van hun onderzoek en contacten. Tijdens het promotietraject staan familieleden van deze promovendi bovendien garant. Zij draaien in China op voor de kosten als de promovendus zijn traject afbreekt, niet naar behoren presteert of na het promotietraject niet tijdig terugkeert naar China. Dat gaat om bedragen tot zo’n 75 duizend euro.
Vanwege de zorgelijke signalen kondigde onderwijsminister Robbert Dijkgraaf vorige week een onderzoek aan naar ‘het totaal aantal CSC-promovendi en in welke vakgebieden zij in Nederland actief zijn’. Dat onderzoek moet ook meer inzicht bieden in ‘het type contractvoorwaarden’ waarmee de promovendi in Nederland komen werken.