‘Voor veel jonge mannen is oorlogje voeren gewoon een fijne bezigheid’, schrijft Mark van Vugt, VU-hoogleraar evolutionaire psychologie, vandaag in zijn Volkskrantblog.
Deskundigen en politici mogen zich dan het hoofd breken over waarom moslimjongeren zich aangetrokken voelen tot de jihad en naar Syrië vertrekken, de gebruikelijke verklaringen, achterstand, discriminatie, uitzichtloosheid, spelen vast een rol, maar volgens Van Vugt wordt een belangrijk aspect over het hoofd gezien: de oorlog oefent op veel mannen een grote aantrekkingskracht uit. Die voorliefde is biologisch diep verankerd in het mannenbrein, stelt Van Vugt. Oorlogsfilms en –boeken worden vooral gekeken en gelezen door mannen. Het zijn ook (vrijwel) altijd mannen die alles weten van bepaalde oorlogen en oorlogsparafernalia verzamelen.
Meer kinderen
Van Vugt citeert de Amerikaanse filosoof Jesse Glenn Gray die meevocht in de Tweede Wereldoorlog: ‘Many veterans who are honest with themselves will admit that the experience of communal effort in battle has been a high point of their lives. Despite the horror, the weariness, grim and the hatred, participation with others in the chances of battle had its unforgettable side which they would not want to have missed.’
De evolutionaire verklaring voert nog verder: goede krijgers hebben meer kinderen. Uit historisch onderzoek blijkt bijvoorbeelddat Amerikaanse soldaten die een Medal of Honor hadden verdiend door heldendaden in de Tweede Wereldoorlog gemiddeld meer kinderen hadden dan de gemiddelde oorlogsveteraan.
Wrede chimpansees
Bij chimpansees die een mannelijke indringer in hun gebied aantreffen, vindt een gewelddadig ritueel plaats, dat Van Vugt doet denken aan de IS-onthoofdingen: de indringer wordt vastgegrepen, ze trekken zijn ledematen van zijn lichaam, en bijten zijn geslachtsdelen eraf.
‘Er zijn diverse evolutionaire voordelen verbonden aan het oorlogje voeren voor jonge mannen die de kans om dood te gaan ruimschoots kunnen compenseren”, schrijft Van Vugt. ‘Het geeft jonge mannen een podium om heldenstatus te verwerven voor zichzelf en hun familie en daarmee toegang tot roem, vrouwen, en seks.’