Het zal niemand meer ontgaan zijn: het W&N-gebouw gaat op de schop. De thuisbasis van de bètafaculteit voldoet niet meer aan de eisen voor onderwijs en onderzoek die de VU gesteld heeft en wordt daarom vanaf 2024 vrijwel volledig gesloopt. Logisch: de faciliteiten zijn technisch verouderd en het gebouw huist de snelst groeiende faculteit van de VU. Alleen de AB-vleugel blijft staan, als zelfstandig gebouw waarin ruimte is gereserveerd voor de veertien studieverenigingen en enkele onderwijs- en practicumzalen.
Al sinds 2014 voeren het faculteitsbestuur en de studieverenigingen gesprekken over de nieuwe indeling. Dit leidde in 2018 tot een gezamenlijk opgesteld ‘Programma van Eisen’, waarin de betrokken partijen de eerste concrete afspraken maakten: de studieverenigingen in het W&N-gebouw zouden gezamenlijk 30 procent aan ruimte inleveren, wat neerkomt op een krimp van 1124 vierkante meter naar 736 vierkante meter.
Halvering van de ruimte
Maarten Sol was in 2018 voorzitter van GeoVUsie: “Na lang overleg zagen we in dat we iets moesten inleveren. De krimp die toen is vastgesteld was nog te overzien. De verenigingen moesten het nog eens worden over de indeling, maar dat was zorg voor later. Samen stonden we sterk, dus we hebben ons hard kunnen maken voor een plek die maximaal 30 procent kleiner is. Het faculteitsbestuur is altijd bij deze onderhandelingen geweest en heeft ons veel geholpen. Wat er ook zou gaan veranderen – dat lag natuurlijk voor de hand – die toegekende vierkante meters stonden vast.”
Ondanks dat de plannen inmiddels in grote lijnen uitgewerkt waren, veranderde de VU ze in december alsnog. De klimaatkamers – de practicumlokalen van de ecologie-afdeling – moesten opnieuw worden ingepast en daarom werd er een nieuwe rekensom gemaakt. Gevolg: de huisvesting van de studieverenigingen wordt meer dan gehalveerd, van de beloofde 736 vierkante meter naar 350 vierkante meter.
Niet onwenselijk, maar onwerkbaar
De voorzitters van de studieverenigingen reageerden met een brandbrief gericht aan het college van bestuur, samen met FSR Bèta, de USR, de SRVU, en zes opleidingsdirecteurs en -coördinatoren aan de faculteit. In de brief wordt een nijpend tekort aan ruimte omschreven: “Met deze recent aangekondigde plannen hebben wij geen vertrouwen in het voortbestaan van de studieverenigingen op de bètafaculteit. Het huidige plan voor slechts 350 vierkante meter verdeeld over onze groeiende verenigingen zal leiden tot minder dan 20 vierkante meter per vereniging, wat op geen enkele wijze een werkbare situatie vormt. Er is geen ruimte voor individuele ledenkamers, bestuurskamers en opslag, wat zal leiden tot vervreemding, geforceerde fusies en daarmee een verlies van onze identiteit. Het organiseren van zowel educatieve als non-educatieve activiteiten is niet te realiseren met de aangekondigde vierkante meters.”
Van bruin café naar bezemkast
Danique Wetzels, de huidige voorzitter van GeoVUsie, wil benadrukken hoe belangrijk studieverenigingen zijn voor het studentenwelzijn op de VU. We spreken elkaar in de Houtzagerij, een ledenkamer in de stijl van een bruin café met in elke hoek memorabilia van de vereniging. “We zullen bijna alles weg moeten gooien. Heel zonde, want dit is de kern van onze vereniging. Onze kamer is de enige plek waar studenten uit verschillende jaarlagen samenkomen en waar we het hele jaar door activiteiten organiseren voor het VU-personeel en de faculteit in het algemeen. Voor de internationals en eerstejaars is dit een veilige plek in een onbekende stad. Straks moeten we studenten weigeren als een borrel te druk wordt.”
Over het dreigende identiteitsverlies vertelt ze: “Sommige verenigingen zullen in de nieuwe plannen hun kamers moeten delen. Er waren zelfs plannen om alle verenigingen in één gezamenlijke ledenkamer te huisvesten, dat hebben we gelukkig kunnen voorkomen.”
Maarten beaamt de zorgen: “Hier waren we al jaren bang voor, dat iets waar je jarenlang zo veel energie in hebt gestoken, zo teniet kan worden gedaan. Geen andere universiteit heeft zo’n bloeiend verenigingsleven als de VU, specifiek de bètafaculteit. Studenten voelen zich verbonden met hún universiteit en vormen een deel van het instituut. Dat is iets waar we trots op mogen zijn en wat we moeten koesteren.”
Onderdeel van een groter probleem
De Facilitaire Campus Organisatie (FCO) van de VU is verantwoordelijk voor de verhuizing van de bètafaculteit. Diederik Leusink reageert namens FCO: “De bètafaculteit en FCO erkennen de problemen rond de beperkt beschikbare ruimte voor de studieverenigingen. Deze problematiek kunnen we echter niet los zien van het gebrek aan ruimtes voor alle facultaire activiteiten: onderwijs, onderzoek en de daarvoor benodigde ondersteuning. De totale faculteit, inclusief de studieverenigingen, staat door haar sterke groei voor enorme uitdagingen met betrekking tot de toekomstige huisvesting op de campus. Hierbij wordt voor het totaal van de onderdelen bezien hoe de beschikbare, schaarse ruimte zo optimaal mogelijk wordt toebedeeld en zo effectief mogelijk wordt benut.”
“Het belang van het verbindende karakter van de studieverenigingen voor studenten, zowel vakinhoudelijk als sociaal, met de faculteit en de VU onderschrijven wij en daarmee ook het belang de studieverenigingen op een goede wijze te huisvesten. Hierbij zullen we rekening moeten houden met de schaarste aan ruimte die er is voor alle gebruikers.”
Grenzen aan de groei
“De studieverenigingen zijn niet het enige sluitstuk van de huisvestingspuzzel”, aldus Yves Bollen. Als opleidingscoördinator van de bacheloropleiding biologie zette hij zijn naam onder de brandbrief van de verenigingen. Bovendien werkt hij bij dezelfde afdeling als de ecologen die volgend jaar naar de AB-vleugel verhuizen. “Ook met onze afdeling zijn eerdere afspraken gemaakt. Bij de eerste plannen was de inzet juist om efficiënter met de ruimte om te gaan, dus met minder vierkante meters dan in het huidige W&N-gebouw. Maar in de afgelopen tien jaar is de bètafaculteit enorm hard gegroeid: in studenten- en medewerkersaantallen zijn we bijna verdubbeld. De plannen worden telkens ingehaald door de groei, en daarom lopen we aan alle kanten tegen de grenzen aan.”
“De klimaatkamers werden eerst in het nieuwe O|2-gebouw ingetekend, maar toen zijn bepaalde ruimtelijke en technische eisen niet meegenomen. We produceren bijvoorbeeld heel veel warmte in onze lokalen. Daarom komen de lokalen nu in de AB-vleugel. Daar zijn de ecologen ook niet blij mee, want de rest van de afdeling wordt wel naar het O|2-gebouw verplaatst.”
Hoopvolle brandbrief
Volgens FCO zal de definitieve indeling van de AB-vleugel binnen enkele maanden klaar zijn. De studieverenigingen sluiten hun brandbrief hoopvol af: “Wegens de late aankondiging van deze situatie hopen wij dat wij meer tijd krijgen om actie te ondernemen. Heel graag zouden wij over deze kwestie met u in gesprek gaan en meedenken over mogelijke oplossingen waarin de belangen van alle partijen behartigd worden.”