Neurowetenschapper Jeroen Geurts schreef vijf jaar geleden een Engelstalige open brief aan zijn studenten: ‘Letter to my students or How to become a good scientist.’ Hard werken en de juiste keuzes maken, hield hij ze voor, dan kom je er wel.
“Als ik die brief nu teruglees, vind ik ’m veel te streng”, zegt hij nu. “Ik besef nu beter hoeveel studenten voor hun kiezen krijgen, voor hoeveel keuzes ze staan, waardoor ze onder enorme druk staan. Ik zou er nu een addendum aan willen toevoegen over de existentiële angst die dat veroorzaakt, die begrijp ik nu beter.”
Dat komt doordat hij in 2018 en 2019 zelf weer in de collegebanken is gaan zitten, vertelt hij, om filosofie te studeren. “Door de gesprekken met mijn medestudenten realiseerde ik me dat ik een stukje nog niet had gezien.”
‘Neurowetenschappers zijn te slecht uitgerust om conceptueel na te denken over wat bijvoorbeeld de menselijke geest precies is’
Die studie filosofie is hij gaan doen omdat hij zijn vakgebied te technisch en reductionistisch vond. “Neurowetenschappers zijn te slecht uitgerust om conceptueel na te denken over wat bijvoorbeeld de menselijke geest precies is. Je komt niet ver als je dat reduceert tot een interactie tussen molecuul x en molecuul y. Er is nu een masteropleiding filosofie van de neurowetenschappen en daar ben ik supertrots op.”
Promovendi begeleiden
Nu hij aantreedt als rector zal Geurts stoppen als bestuursvoorzitter van ZonMw, de Haagse organisatie die gezondheidsonderzoek financiert. En ook zijn bestuursfunctie bij NWO legt hij neer. Zijn wetenschappelijke activiteiten zet hij op een lager pitje. “Ik zal nog enkele promovendi begeleiden, die laat ik niet in de steek. Maar ik deed al minder onderzoek vanwege mijn bestuursactiviteiten.”
Toen hem de baan als rector werd aangeboden – hij solliciteerde nadat hij was gepeild naar zijn interesse – heeft Geurts er nog even over nagedacht, maar enthousiast was hij meteen. “Het is een baan waarin ik bijna alles wat ik belangrijk vind kwijt kan. Ik had al eens eerder bedacht dat als die positie vrij zou komen, dat misschien wel iets voor mij zou zijn.”
‘De multiculturele studentenpopulatie vind ik spannend’
Omdat hij de VU zo fantastisch vindt, zegt hij. “Ik werk hier nu twintig jaar en de unieke, multiculturele studentenpopulatie, de thema’s van inclusiviteit, die vind ik spannend. De onderzoekscultuur ook, waarbij we constant zoeken naar een brug tussen de verschillende disciplines en naar maatschappelijke thema’s die we van daaruit kunnen kunnen benaderen, daar is de VU echt een kei in.”
Erkennen & Waarderen
Als hoofd van de afdeling Anatomie & Neurowetenschappen van het Amsterdamse UMC heeft hij bepaalde dingen kunnen bereiken, legt Geurts uit, “maar de thema’s waarin ik me in de loop der jaren steeds meer ben gaan interesseren, zijn groter dan een enkele afdeling. Die spelen op het niveau van een universiteit of een land en soms wel op wereldniveau. Die thema’s heb ik als ZonMw/NWO-bestuurder kunnen oppakken, bijvoorbeeld het Erkennen & Waarderen. Dat is in het begin vooral door de onderzoeksfinanciers gestuurd, maar nu, bij de uitvoering, zijn de universiteiten aan zet. Ik vind het supergaaf dat ik dat Erkennen en Waarderen nu verder als rector kan uitbouwen.”
Erkennen & Waarderen, waarbij de nadruk minder komt te liggen op het bijhouden van publicatie- en citatiescores en dergelijke en meer op de kracht van een onderzoeksteam, wordt niet door alle wetenschappers even positief ontvangen. Afgelopen zomer, bijvoorbeeld, ondertekende een groep wetenschappers een brief waarin de vrees wordt uitgesproken dat Nederland zijn internationale toppositie zou verliezen omdat door het Erkennen & Waarderen de beoordelingscriteria onduidelijk zouden zijn.
Geurts trekt daar de conclusie uit dat hij en zijn team bepaalde dingen niet goed hebben uitgelegd. “Mensen denken dat straks het begrip excellentie niks meer betekent, omdat iedereen excellent is. Dat is natuurlijk niet zo. Het idee van Erkennen & Waarderen is dat we mensen faciliteren bij datgene waarin ze van nature al goed zijn. Als je een goede docent bent, moet je daarmee carrière kunnen maken, een goede wetenschapper die de ene na de andere beurs weet binnen te halen, moet daarin kunnen groeien en voor mensen die goed zijn in het genereren van maatschappelijke impact zijn ook nog niet echt duidelijke carrièrepaden. Het is overigens ook niet zo dat we niet langer trots zijn op mensen die in Nature of Science of vergelijkbare bladen publiceren. Natuurlijk zijn we daar trots op! Maar er is nog veel meer talent in de academie.”
Divagedrag
Bij Erkennen & Waarderen draait het niet meer om die ene professor maar om het hele team. “Het bevordert interdisciplinariteit en verlaagt ook de werkdruk, want de ene keer doet de ene een aanvraag en de volgende keer weer een ander. Zo komt er constant van alle kanten geld binnen dat voor het consortium is, in plaats van voor die ene professor, die steeds meer beurzen en prijzen stapelt.”
Sommige hoogleraren gaan daardoor “divagedrag” vertonen, schreef Geurts eens in een NRC-column (waarmee hij in 2019 stopte). Dat werd hem door sommige mensen kwalijk genomen. “Soms moet je even iets scherper zijn om een probleem aan te kaarten”, aldus Geurts, “maar ik zou dat nu niet meer zo opschrijven.”
Identiteit als wetenschapper
Dat hij nu bestuurder is, betekent niet dat hij ophoudt wetenschapper te zijn, vindt Geurts. “Dat is een dichotomie die niet klopt. Je bent niet óf wetenschapper, óf bestuurder. Mijn basisidentiteit is een onderzoekende. Ik ben ooit begonnen als onderzoeker in een laboratorium, en in de loop der jaren ben ik me steeds meer gaan interesseren in de metavraag wat nou goede wetenschap is. Dus eerst hield ik me bezig met de manier waarop ik mijn experimenten inricht, nu hou ik me bezig met de manier waarop het hele systeem van de alfa-, bèta- en gammawetenschappen moet worden ingericht. Het rectorschap is een natuurlijk uitvloeisel van mijn onderzoekersinteresse.”
Woke-beweging
Veel is er de laatste tijd te doen om de woke-beweging, die de academische wereld volgens sommige alarmisten bedreigt. “Ik ben enorm geïnteresseerd in die beweging, ik zou het fijn vinden als die zou leiden tot een betere aanspreekcultuur, waarbij het veilig is om tegen elkaar te zeggen: ‘Jij zei zojuist dit, maar realiseer je je wel dat je daarmee mensen uitsluit?’ Ik denk dat de meeste mensen zich dat helemaal niet realiseren dat ze anderen uitsluiten, dat ook zij een fijne, inclusieve maatschappij willen. De woke-beweging is daar ontzettend belangrijk bij, maar soms ben ik bang voor cancellation-achtige toestanden, die gaan juist ten koste van een veilige aanspreekcultuur.”
Maar al willen de meeste mensen een inclusieve samenleving, Jennifer Tosch wees er onlangs in haar Martin Luther King-lezing nog op dat het ze moeilijk valt om hun privileges op te geven in een academische wereld waar de witte, heteroseksuele man nog altijd de standaard is. “Ik ben een witte man”, antwoordt Geurts, “maar niet heteroseksueel. Ik ben deel van een gezin met twee mamma’s en twee pappa’s en een zoontje. Ik heb een relatie met mijn man en de twee mamma’s hebben een relatie met elkaar en we zijn met zijn vieren ouders van onze kleine jongen. Ik hoop dat mijn ervaring op dat terrein kan helpen om diversiteit verder te bestuderen. Misschien kan ik hier en daar een boegbeeld zijn.”