Het lijkt zo mooi: na het boeken van een vliegticket klik je een extra vakje aan en voor een luttel bedrag wordt de CO2-uitstoot van je reis gecompenseerd. Er worden bomen geplant die voor hun groei die CO2 weer opnemen. Het klimaat ontzien, het geweten schoon. Daarop bestaat nog een variant: projecten die beloven om bomen te laten staan die anders gekapt zouden worden. Dat heet avoided deforestation of vermeden ontbossing.
“Klinkt gek, niet?” zegt Peter Verburg. “Nou, dat is het eigenlijk ook.” Als hoogleraar environmental spatial analysis en hoofd van de vakgroep Milieugeografie aan het Institute for Environmental Studies van de VU onderzoekt hij landgebruik en de effecten daarvan. Hij heeft zo zijn bedenkingen bij de compensatieprojecten.
Er zit een enorm gat in de tijd tussen de uitstoot en de compensatie
Om te beginnen bij de traditionele projecten voor het planten van bomen. “Je kunt wel precies uitrekenen hoeveel bomen de uitgestoten CO2 compenseren, maar bedenk wel dat zo’n boom er al gauw vijftig jaar over doet om tot wasdom te komen”, zegt Verburg. Er zit dus een enorm gat in de tijd tussen de uitstoot en de compensatie. “En dan moet die boom al die tijd wel blijven staan, en niet bezwijken aan ziekte, droogte, vuur of kap.”
Om dat allemaal in de gaten te houden zijn er diverse systemen van monitoring en certificering opgetuigd. “Sommige werken wel, andere niet; het is nog een beetje het Wilde Westen in die wereld.”
Creatief boekhouden
Dat geldt des te meer bij de vermeden ontbossingsprojecten. “Hierbij compenseer je de uitstoot niet, maar je vermijdt nóg meer uitstoot in de toekomst. Men maakt dan een berekening, gebaseerd op de aanname van wat de normale boskap zou zijn geweest. De CO2 die zou zijn vrijgekomen als die kap had plaatsgevonden, wordt bijvoorbeeld tegenover je vliegreis gezet.”
Dat voelt een beetje als creatief boekhouden? “Zeker. Een consultant die in opdracht van een bedrijf moet vaststellen wat de normale ontbossing is, zal natuurlijk geneigd zijn die flink hoog in te schatten, want des te beter werkt het programma dan. Ook wijst men vaak bossen aan die helemaal niet op de nominatie stonden voor de kap. Bovendien is bij veel van die projecten helemaal niet duidelijk hoe lang de bossen dan beschermd zijn.”
‘Het is niet duidelijk hoe lang de bossen dan beschermd zijn’
Daar komt nog bij dat er een hele trits aan ongewenste neveneffecten kan optreden bij vermeden ontbossing. Verburg: “Een palmoliebedrijf koopt akkers op, zet daar zijn palmen op, en roept dan: wij zijn duurzaam, wij ontbossen niet. Maar die boer die zijn akker verkocht heeft, hakt weer een stuk bos om voor een nieuwe akker. Ook zie je dat boskap zich gewoon verplaatst naar plekken waar geen bescherming is, of dat de lokale bevolking de dupe wordt omdat ze geen boom meer voor eigen gebruik mogen omhakken.”
Geld betalen zodat bossen niet gekapt ‘hoeven’ worden, bevestigt dat niet vooral het idee dat economische ontwikkeling door natuur te vernietigen de norm is? Verburg: “Het is het ultieme neoliberale denken. Onze minister-president zal het ongetwijfeld geweldig vinden.”
Beetje minder vlees eten werkt al
Een groep rechtenstudenten van de VU diende in april een klacht tegen Shell in bij de Reclame Code Commissie, omdat ze vindt dat de oliegigant misleidend te werk gaat door te beloven dat automobilisten hun uitstoot kunnen compenseren via een vermeden ontbossingsproject. Draaien bedrijven consumenten zo een rad voor ogen? Verburg: “Sommige bedrijven zijn te goeder trouw, maar er vindt ook veel greenwashing plaats: je duurzamer voordoen dan je bent. Veel natuurbeschermings-organisaties zijn ook heel kritisch op deze projecten. Natuurlijk, alle bescherming van bossen is goed. Maar je moet niet de illusie hebben dat je met vermeden ontbossing het klimaat aan het redden bent. Het is niet de oplossing.”
Wat dan wel? “Om de klimaatdoelen te halen moet je niet alleen maar emissies compenseren, maar ook reduceren. En dat betekent onderaan de streep: minder consumeren.”
‘Het is het ultieme neoliberale denken. Onze minister-president zal het ongetwijfeld geweldig vinden’
Verburg denkt met name aan minder vliegen, minder mobiliteit, minder vaak luxegoederen kopen en vooral minder vlees en zuivel eten. “Dat is de belangrijkste knop om aan te draaien. De productie van vlees heeft een enorme carbon footprint. Het kost veel land, voer, transportbewegingen en stoot veel broeikasgas uit. Minder consumptie van vlees reduceert de CO2-uitstoot én maakt land vrij voor ander gebruik.”
Landgebruik, dat is de bril waardoor Verburg dit vraagstuk bestudeert. “Minder consumptie levert meer land op. Op dat land plant je dan bomen. Daarmee compenseer je de uitstoot van emissies die we niet kunnen vermijden, want verkeer en industriële productie en consumptie blijven natuurlijk bestaan. Maar je gaat verder: je plant zoveel bomen dat ze niet alleen de uitstoot compenseren, maar ook ‘negatief’ maken: er wordt meer CO2 opgenomen dan uitgestoten. Nul uitstoot is niet genoeg, je moet actief CO2 aan de atmosfeer gaan onttrekken om klimaatverandering op te vangen.”
‘Minder consumptie levert meer land op’
Dat is zeker geen onmogelijke opgave, denkt Verburg. “Een klein beetje minder vlees eten kan al grote effecten hebben. Verminderen van de consumptie, en dus de emissies, is echt het enige dat werkt. Het gaat wel tegen het huidige groeimodel in, dat is waar. Maar los van alle nadelen van die compensatieprogramma’s: we hebben er sowieso helemaal geen tijd meer voor. Willen we de effecten van klimaatverandering opvangen, dan moeten we nú iets doen.”