Met haar commissie van studievereniging Aureus werkt Lisa Conzemius aan een ontwikkelingsprogramma voor bedrijven.
Hoe ben je in Nederland terechtgekomen?
“Ik wilde weg uit Luxemburg. Het voelt daar alsof je in een heel klein dorp opgroeit. Iedereen kent elkaar. Je ontmoet nooit eens iemand die je niet al via via kent. Als je één ding fout doet, blijft dat voor altijd aan je plakken. Maar als je nooit nieuwe dingen doet of nieuwe mensen ontmoet, kun je je niet persoonlijk ontwikkelen. Eerst overwoog ik om naar Wenen te gaan, maar toen bleek dat iedereen die ik kende dat opeens ging doen. Luxemburgers klitten ook in het buitenland bij elkaar. Dan moet je weer bij hen gaan hangen in plaats van dat je optrekt met mensen die je echt leuk vindt. Amsterdam was een van mijn andere opties. Toen ik hier ging kijken, was ik meteen verkocht.”
De meeste internationale studenten worden lid van de internationale studentenvereniging. Hoe kwam je nu bij Aureus?
“De credits hiervoor gaan uit naar Bob, mijn mentorpapa tijdens de introductieweek. Hij zat ook bij Aureus en heeft me overgehaald om daar te kijken. Ik heb meteen bij een commissie gesolliciteerd. In Luxemburg hebben we geen studenten- en studieverenigingen, dus anders was ik niet op het idee gekomen.”
Veel internationale studenten vinden het lastig om actief bij studieverenigingen te worden omdat ze de taal niet spreken. Hoe komt het dat jij dat bijna accentloos doet?
“Dat komt ook door Aureus. Daar zat ik vaak in een groepje waar iedereen Nederlands was. Ik vond het ongemakkelijk dat iedereen voor mij dan naar het Engels moest switchen. Als mensen dat eens niet deden, dan durfde ik daar ook niet om te vragen. Dat waren de momenten dat ik me wel alleen voelde.
“Toen ik naar Uilenstede verhuisde, besloot ik alleen Nederlands met mijn huisgenoten te praten. De eerste maand was ik daardoor heel erg moe. Soms kun je ook niet met gesprekken meedoen, omdat je geen snelle opmerkingen tussendoor kunt maken. Maar uiteindelijk heb ik het zo goed geleerd.”
Jullie gaan met een groep studenten van de economische faculteit naar Jamaica om bedrijven te adviseren. Is dat niet – hm – een beetje koloniaal?
“Die vraag krijg ik best vaak. We willen voorkomen dat wij als westerlingen de mensen daar vanuit onze mindset eens gaan uitleggen hoe ze alles moeten doen. Het is hun bedrijf, hun organisatie, wij geven alleen advies. Wel is het fijn dat we de kennis die we bij onze eigen studie hebben geleerd, daar kunnen delen. Onze contactpersoon in Jamaica heeft de bedrijven en organisaties vooraf geselecteerd. En ze geeft ons advies over de cultuur. Voor ons vertrek krijgt ons hele groepje nog een lezing daarover.”
Zitten de mensen daar wel op je te wachten?
“Daar was ik wel zenuwachtig over. Als voorzitter van de commissie Graduates Development Program ben ik erop gespitst dat het goed gaat. Maar van de voorzitter van vorig jaar hoorde ik dat de mensen juist blij zijn dat je komt. Hij heeft elke twee weken ook nog contact met de bedrijven die toen begeleid zijn. Daar gaat het nog steeds goed mee.”
Ben je in Nederland weleens op culturele verschillen gestuit?
“De verschillen tussen Luxemburg en Nederland zijn zo klein, dat je het zelf vaak niet in de gaten hebt. Dan voel je je ongemakkelijk, maar besef je niet waardoor. Pas toen mijn beste Nederlandse vriendin via mij haar Luxemburgse vriend leerde kennen, benoemde zij die dingen. Nederlanders zeggen je bijvoorbeeld heel low key gedag. Maar ze vragen wel hoe het met je gaat. In Luxemburg begroet je iedereen altijd heel enthousiast met een knuffel, maar je vraagt niet door. Nederlanders vinden dat nep.”