De tiende winnaar van de jaarlijkse SustainaBul is zojuist bekendgemaakt. Wageningen University is de meest duurzame hogeronderwijsinstelling van Nederland en verdringt Hogeschool Van Hall Larenstein naar de tweede plaats. De VU zakt van de tweede naar de vierde plek.
Sinds 2012 reiken de idealistische ‘Studenten voor Morgen’ de zogeheten SustainaBul uit. Ze geven punten voor duurzaamheid in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering van de onderwijsinstellingen. Ook best practices, oftewel goede voorbeelden, wegen in de ranglijst mee.
Wageningen won tussen 2013 en 2017 vijf keer achter elkaar, als een soort Roger Federer van de duurzaamheid. Daarna sleepte de TU Eindhoven twee keer het goud binnen en vorig jaar stond voor het eerst een hogeschool bovenaan: Van Hall Larenstein.
De VU zakte dit jaar van plek twee naar plek vier. Op het gebied van onderwijs en bedrijfsvoering scoorden ze minder hoog voor duurzaamheid dan vorig jaar, maar ze kregen deze keer meer punten voor best practices.
Best practice
Voormalig hekkensluiter Zuyd Hogeschool wint dit keer de speciale prijs van een vakjury voor de best practice en is nu de nummer 26 op de lijst met 32 instellingen. De hogeschool werkt aan duurzaam bouwen in combinatie met de aanpak van maatschappelijke problemen als de bevolkingskrimp en het gebrek aan goed geschoold personeel.
Voor de ranglijst keken de studenten eerst wat ze zelf aan informatie konden vinden, waarna de instellingen konden reageren. Met hun aanvullingen is de definitieve volgorde bepaald.
De beste instellingen behandelen duurzaamheid niet alleen in voor de hand liggende disciplines als milieukunde, verklaren de Studenten van Morgen, maar laten het thema in alle opleidingen en onderzoeksprojecten terugkomen. Bij het oordeel over de bedrijfsvoering kijken de studenten bijvoorbeeld naar groene energie, de kantine en de mobiliteit.
Grote stappen
Toch kunnen zelfs bij de hoogst scorende instellingen nog “grote stappen” worden gezet, vinden de studenten. De zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties zouden als leidraad moeten dienen.
Daartoe behoren overigens niet alleen milieudoelstellingen als goed natuurbeheer en het tegengaan van klimaatverandering, maar bijvoorbeeld ook de strijd tegen armoede en honger en het bevorderen van gendergelijkheid.