Honderden joodse kinderen redde de donderdag overleden Johan van Hulst. Volgens oorlogshistoricus Lou de Jong waren het er misschien zelfs duizend.
Die haalde hij uit de crèche aan de Plantage Middenlaan, waar peuters en baby’s wachtten op deportatie. De crèche zat naast de kweekschool waarvan Van Hulst directeur was. Over de heg werden ze de tuin van de school ingesmokkeld.
‘Ik dacht: misschien ben ik wel op deze plaats gezet om iets te doen’, zei Van Hulst in 2011 in een interview met NRC Handelsblad. De baby’s lagen te slapen in een klaslokaal. Ze huilden. “Het is onbegrijpelijk dat de SS nooit iets gemerkt heeft. Wat we deden was waarschijnlijk te brutaal om waar te zijn.”
Yad Vashem
Na de oorlog heeft hij nooit de verzetsheld willen uithangen. Het boek was voor hem gesloten. Wel werd hij in 1967 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, kreeg hij in 1973 de Yad Vashem-onderscheiding en werd er in 2016 een Amsterdamse brug naar hem vernoemd. Pas toen hij al gepensioneerd was, kwamen de nachtmerries.
Van Hulst studeerde filosofie, psychologie en pedagogiek aan de VU en promoveerde in 1961. Hij was studieleider van het Pedagogisch Seminarium aan de VU. Hij behartigde de belangen van de opleiding MO-pedagogiek (Akte Middelbaar Onderwijs) in de Vereniging tot Bevordering van de Studie der Pedagogiek (VBSP).
Arrenslee
Als hoogleraar pedagogiek werd Van Hulst een boegbeeld van de beginselvaste pedagogiek: Hij verzette zich tegen een objectieve, wetenschappelijke benadering van het vak dat in zijn ogen per definitie normatief was. “Ik zal niet aarzelen mij te keren tegen mijn erflaters wanneer ik zie dat in hun antropologie de zin van het leven besloten zou liggen in dit leven zelf’, zei hij in zijn afscheidsrede in 1976. Van Hulst werd zeer gewaardeerd door zijn studenten: bij zijn afscheid huurden ze de Jaap Edenbaan af en reden hem rond in een arrenslee. Voor hem het bewijs dat zijn normatieve benadering van de pedagogiek nog altijd aansloeg.
Schaker
Toch wordt Van Hulst vooral herinnerd als politicus. Van 1956 tot 1981 was hij lid van de Eerste Kamer, waarvan van 1968 tot 1981 fractievoorzitter van achtereenvolgens de CHU en het CDA. Van 1961 tot 1968 was hij lid van het Europees Parlement en van 1968 tot 1972 partijvoorzitter van de CHU.
Daarnaast schreef Van Hulst talloze artikelen en boeken en was hij een fervent schaker. Op 95-jarige leeftijd won hij nog het Corus-toernooi voor (oud)-parlementariërs. Van Hulst is 107 jaar geworden.