Het kabinet wil investeren in kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur, zei koning Willem-Alexander zojuist in de troonrede. Dit moet het fundament onder de Nederlandse economie sterker maken.
De koning las de troonrede voor in de Ridderzaal in het bijzijn van de senaat, het parlement en de regering – behalve minister Stef Blok, want die was de designated survivor. Mocht er een bom op de Ridderzaal vallen, dan zou hij het landsbestuur overnemen.
Dat is gelukkig niet gebeurd. In het publiek zat vanzelfsprekend ook de paars geklede onderwijsminister Ingrid van Engelshoven, die haar make-up en kapsel door mbo-studenten had laten verzorgen.
Geld
Naast onderwerpen als zorg, economie, veiligheid, huisvesting en migratie kwam ook het onderwijs aan bod in de troonrede, en dan met name het lerarentekort. Dat is volgens de regering een probleem dat zich niet zomaar met geld laat oplossen.
“Zo is er een forse extra investering gedaan om het vak van leraar aantrekkelijker te maken, met een lagere werkdruk en meer werkplezier als resultaat”, las Willem-Alexander voor. “Ook zien we een toenemende belangstelling voor de pabo en voor zij-instroom in het primair onderwijs. Desondanks blijft het probleem van het lerarentekort nijpend. De regering blijft bevorderen dat nog meer mensen voor dit mooie beroep kiezen.”
De wetenschap werd niet rechtstreeks genoemd, maar innovatie en kennisontwikkeling wel. Het kabinet wil de opzet van het nieuwe investeringsfonds, waaruit “specifieke projecten” mogelijk gemaakt kunnen worden, begin volgend jaar presenteren.
Breed
Dat investeringsfonds hoort bij een “breed opgezette groeiagenda” die het kabinet nog dit jaar wil afmaken. “Een belangrijke vraag is hoe de Nederlandse economie ook over twintig of dertig jaar duurzaam kan blijven groeien”, verklaarde de koning.
Ook op een ander moment kwam het onderwijs even ter sprake, toen het kabinet in de troonrede opsomde wat er allemaal nodig is voor vertrouwen in de toekomst. Voor dat vertrouwen zijn niet alleen een sterke rechtstaat, een fatsoenlijk inkomen en toegankelijke zorg nodig, maar ook “een opleiding die kansen biedt”.
Hoe dit zich allemaal vertaalt in de begroting voor volgend jaar, zal straks blijken. Dan presenteert minister Hoekstra van Financiën de nieuwe miljoenennota.