Studenten gaan leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs bijspijkeren die in de coronacrisis een achterstand hebben opgelopen. Dat gebeurt in zomerscholen of extra bijlessen.
Daarover hebben de hogescholen en universiteiten afspraken gemaakt met ministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven. De studenten krijgen studiepunten voor hun inspanningen, of ze verdienen “wat extra’s als een vakantiebaan”.
De studenten komen van lerarenopleidingen en pedagogische studies. Het idee is dat ze praktijkervaring opdoen, onder verantwoordelijkheid van de scholen en de opleidingen, en tegelijkertijd meehelpen om de schade van de coronacrisis voor leerlingen te beperken.
Verdiensten nog onbekend
Het kabinet heeft 244 miljoen euro uitgetrokken voor scholen in het basis-, voortgezet – en middelbaar beroepsonderwijs voor het inlopen van deze achterstanden door de coronacrisis. Dat geld kunnen de scholen dus (deels) besteden bij universiteiten en hogescholen.
Het is nog niet duidelijk hoeveel studenten eraan mee gaan doen en ook niet hoeveel ze met dit werk zouden kunnen verdienen. De plannen worden nog uitgewerkt.