Het kabinet moet in razend tempo enkele stekelige vragen van de Tweede Kamer beantwoorden over de halvering van het collegegeld voor eerstejaars. Alle pijnpunten komen aan bod.
Onderwijsminister Van Engelshoven wil haast maken. Haar wetswijziging, waarmee ze het collegegeld voor eerstejaars studenten halveert, moet komend studiejaar ingaan. Studenten van lerarenopleidingen gaan deze korting van 1.030 euro ook in hun tweede studiejaar krijgen.
Maar vooral de oppositie wil eerst nog even de vinger op de zere plek leggen met een paar schriftelijke vragen. Want er zitten wat eigenaardigheden in dit plan, en dan met name in de uitleg ervan.
Sprong
Het idee achter de halvering is dat de drempel om te gaan studeren lager wordt, zodat jongeren sneller geneigd zijn om de sprong naar het hoger onderwijs te wagen. De extra korting voor de lerarenopleidingen is bedoeld om het tekort aan leraren enigszins te dempen.
Maar GroenLinks, PvdA en SP zien een addertje onder het gras. Ze wijzen erop dat het kabinet de rente op studieleningen wil laten stijgen. Dat maakt studeren toch duurder? Is dat lagere collegegeld dan geen sigaar uit eigen doos, vragen deze partijen.
Bovendien zullen met name armere studenten hoge studieleningen aangaan. En dat zijn juist de studenten die het kabinet met die korting over de streep wil trekken. Kon de regering dan niet beter de aanvullende beurs verhogen, willen SP, GroenLinks en SGP weten.
Tegenstrijdig?
En hoe zit het eigenlijk met de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, die het kabinet hiermee wil verbeteren? Het kabinet houdt toch ook vol dat er helemaal geen probleem is met toegankelijkheid, nu de basisbeurs is afgeschaft? Is dat niet een beetje tegenstrijdig?
Echt goede antwoorden zijn nauwelijks mogelijk, want de korting vloeit voort uit een compromis in het regeerakkoord. Twee coalitiepartijen wilden de basisbeurs opnieuw invoeren (ChristenUnie en CDA), terwijl de twee andere hem hadden afgeschaft (VVD en D66). En een compromis wringt nu eenmaal.
Maar veel tijd zal de beantwoording niet vergen. Het zijn immers vragen die de regering van mijlenver kon zien aankomen. En één ding is wel zeker: de vier coalitiepartijen zullen het wetsvoorstel heus niet tegenhouden en ook de oppositie zal het niet op haar geweten willen hebben dat de komende eerstejaars hun korting mislopen.
Uitsmeren?
Toch hebben zelfs de regeringspartijen nog een paar kritische vragen voor het kabinet. Zo wil D66 weten waarom ervoor gekozen is om het collegegeld in het eerste jaar te halveren: je zou die korting toch ook over alle jaren kunnen uitsmeren?
De VVD vraagt hoe het zit met zij-instromers bij de lerarenopleidingen, die al een diploma op zak hebben en zich laten omscholen tot leraar: klopt het dat die de korting mislopen? En waarom dan?
Ten slotte wil het CDA snappen waarom masteropleidingen buiten deze maatregel vallen: gaat het om een financiële afweging of zit er een diepere gedachte achter?