Het sociologisch onderzoek aan de Nederlandse universiteiten is van hoog niveau. Maar er verschijnen een paar wolkjes aan de horizon, zegt een internationale commissie van deskundigen.
Nederland hoort bij de wereldtop, meent een internationale commissie van sociologen. Op een schaal van 1 tot 5 scoren de onderzoeksprogramma’s van zeven universiteiten een vier of vijf: zeer goed of zelfs excellent.
Grote diversiteit
Er is een grote diversiteit aan soorten sociologisch onderzoek en de commissie hoopt dat de universiteiten deze diversiteit zullen beschermen.
Maar er zijn ook een paar kritiekpuntjes. Zo is het jammer dat sociologen zo zelden een monografie kunnen schrijven, omdat de meeste instellingen dat niet aanmoedigen. Ze kunnen er ook geen vrij voor krijgen.
Langzame promovendi
Ook zijn de tijdelijke contracten van de sociologen een probleem. Een goed onderzoeksprogramma is gebaat bij enige stabiliteit, terwijl jonge onderzoekers alleen al voor hun cv van de ene naar de andere universiteit overstappen. Dat is met name voor kleine onderzoeksprogramma’s lastig.
Het verbaast de commissie ook dat promovendi zo lang over hun promotie doen. Bijna niemand is binnen vier jaar klaar en sommige hebben zelfs zeven jaar nodig of vallen uit. Daar willen de leden weinig over zeggen, omdat ze de Nederlandse wetenschap daarvoor niet goed genoeg kennen, maar ze suggereren toch dat dit beter kan.
Financiering loopt terug
Verder krijgen de onderzoeksprogramma’s minder geld dan voorheen. De rechtstreekse financiering van de overheid loopt terug en onderzoeksbeurzen worden iets vaker aangewend voor de zogeheten ‘topsectoren’. Sociologie is haast per definitie maatschappelijk relevant, aldus de deskundigen, maar de verschillende onderzoeksgroepen hebben toch moeite om de financiering binnen te slepen. Dit leidt ertoe dat er aan sommige universiteiten minder promovendi in de sociologie zijn.
Toch heeft de commissie veel lof voor het onderzoek in de afgelopen jaren. De hoogste cijfers voor kwaliteit (een 5) gaan naar Groningen, Utrecht en Tilburg. Groningen en Tilburg krijgen bovendien de maximumscore voor de relevantie van hun sociologisch onderzoek.