literatuur verzamelen / een zes is ook een cijfer / een probleemstelling maken / supersnel literatuur lezen / eindelijk schrijven / inleveren
Als je een hele nacht doorwerkt, kun je wel wat hulpmiddelen gebruiken om wakker te blijven. Naast de standaard middelen als koffie en Red Bull kan ook guaranakauwgom helpen. Laat de cola in de kast staan. In eerste instantie helpt het, maar door de suiker krijg je na een half uur een enorme dip. Alchohol werkt ook niet bevorderlijk. Misschien dat één glas voor de broodnodige inspiratie zorgt, maar na nummer drie lever je echt geen werk van wetenschappelijk niveau meer af.
Literatuur verzamelen
Begin met een stapel wetenschappelijke literatuur over jouw onderwerp. Ben je de afgelopen tijd niet over de drempel van de UB gekomen, dan heb je een klein probleempje. Maar voordat je je huilend op de grond werpt: kijk eens op books.google.nl. Google werkt met heel wat wetenschappelijke uitgeverijen samen, dus zijn de teksten van een aantal boeken op Google Books na te lezen. Dat kan je redding zijn.
Een zes is ook een voldoende
Perfectionisten en faalangstigen: gooi al je ambities overboord. Het doel is om op tijd een paper te schrijven en daar een voldoende voor binnen te slepen. Niets meer en niets minder. Briljant zijn, doe je maar een andere keer. Ze zullen je later die Nobelprijs echt niet onthouden alleen omdat je één keer in je leven een matig cijfer had.
Structureren valt te leren
De neiging om naar de computer te rennen en meteen te gaan schrijven, is groot. Maar je bespaart jezelf ontzettend veel stress als je eerst even goed over de structuur van je artikel nadenkt. Misschien dat je normaal gesproken achter je bureau naar het plafond staart en wacht tot de inspiratie toeslaat, maar daar heb je nu geen tijd voor.
Zet daarom je probleemstelling op papier. Bedenk wat je hoofdvraag is en formuleer de subvragen. Nu heb je meteen de opbouw van je paper te pakken. De hoofdvraag haal je aan in de inleiding, elke subvraag is een hoofdstuk. Voor een paper van gemiddelde lengte zijn drie subvragen voldoende. Deel de subvragen weer onder in kleinere deelvragen. De antwoorden hierop vormen je paragrafen.
Voorbeeld: Het onderwerp van de paper is ‘De cultuur in San Francisco in de jaren zestig en zeventig aan de hand van het boek ‘Tales from the city’ van Armistead Maupin’.
Hoofdvraag: Waarin en waarom was de cultuur in San Francisco tijdens de jaren zestig en zeventig uniek?
Subvragen:
1. Hoe was de cultuur in San Francisco in de jaren zestig?
-Hoe was de homo- en singlescultuur? (paragraaf 1.1)
-Wat was de heersende moraal? (paragraaf 1.2)
2. Hoe beschrijft Armistead Maupin de cultuur in San Francisco?
-Hoe beschrijft hij de homo- en singlescultuur? (paragraaf 2.1)
-Hoe beschrijft hij de heersende moraal? (paragraaf 2.2)
3. Hoe ontstond de bijzondere cultuur in San Francisco?
-De geschiedenis van de stad (paragraaf 3.1)
-De protestgeneratie (paragraaf 3.2)
Supersnel literatuur lezen
Nee, je mag nog steeds niet schrijven. Neem voor elke subvraag een stuk papier en zet op elk vel de subvraag, met daaronder de deelvragen (laat er ruimte tussen). Pak je boeken en artikelen erbij. Er zijn twee manieren om boeken te lezen. Van kaft tot kaft lezen is ongetwijfeld heel goed voor je academische vorming, maar die tijd heb je niet. Dus gaan we voor de snelle methode.
Lees van elk boek de inhoudsopgave, de inleiding en de conclusie. In de inleiding en de conclusie staat al heel veel nuttige informatie. In de inhoudsopgave vind je de hoofdstukken of paragrafen die direct met je subvragen te maken hebben. Lees alleen de relevante onderdelen.
Vind je een antwoord op een deelvraag (bijvoorbeeld: hoe was de homocultuur in San Francisco) zet dan op het papier onder die deelvraag het boek en het paginanummer.
Leg er een boekenlegger (of een post-it) tussen zodat je de pagina snel terug kunt vinden. Plak een post-it bij de juiste paragraaf, zodat je straks niet weer de pagina hoeft te lezen. Werk zo je hele stapel literatuur door.
Aan het eind heb je onder elke subvraag en deelvraag een lijstje met verwijzingen naar het antwoord op die vraag. Nu hoef je de paper alleen nog maar te schrijven. Eitje.
Eindelijk schrijven
Nu is het eindelijk tijd voor het echte werk. Pak je pagina’s met literatuurverwijzingen en de boeken erbij. Schrijf eerst de inleiding (waarin je de hoofdvraag beschrijft) en begin aan je eerste hoofdstuk. Werk voor elke paragraaf een deelvraag uit. Lees de literatuur en vat het in je eigen woorden samen. Vind je het moeilijk om de oorspronkelijke tekst los te laten? Stel dan voor hoe je het onderwerp aan je moeder uitlegt. Nu heb je voor elke paragraaf een aantal samenvattingen van de inhoud van een boek of artikel. Herschrijf de paragraaf tot een lopend verhaal.
De verleiding om stukken van de tekst rechtstreeks van het internet te knippen en plakken is misschien groot, maar laat je niet verleiden. De VU heeft een goede plagiaatscanner en wie betrapt wordt, krijgt een schorsing van een jaar.
Als je in je eigen woorden samenvat, zit je altijd goed. Gebruik je toch een citaat, zet die tussen aanhalingstekens en maak meteen een noot. Schrijf elke keer wanneer je een ander boek pakt, de titel direct op de literatuurlijst.
Wie pas een literatuurlijst en noten aan het einde maakt, is eindeloos bezig om alles terug te zoeken. Werk op deze manier je hele probleemstelling uit en schrijf een conclusie.
Klaar? Af!
Is alles af? Lees dan de tekst goed door op rare zinnen, taalfouten en vergeten noten. Maak een voorkant, inhoudsopgave en een literatuurlijst en print alles uit. Neem een kop koffie om goed wakker te worden en race naar de VU. Het is je gelukt om in één nacht een paper te schrijven.