Derdejaars geneeskundestudent Jaklin Abushama (31) heeft net college gehad en is onderweg naar de opvang in Alkmaar om haar eenjarige dochter op te halen. Als haar man vanavond thuiskomt van zijn werk, eten ze samen met hun twee zoons van zeven en negen. Pas wanneer alle kinderen in bed liggen, slaat ze haar studieboeken open.
‘Met drie drukke kinderen overdag voelt mijn studie als mijn hobby’
Andere studenten hebben dan misschien al een paar uur Netflixen erop zitten, zijn hun stress ergens aan het uitstellen in een kroeg of hebben hun opdrachten afgemaakt na college en komen thuis in een deadlinevrij huis. Maar er is geen weemoed bij haar te bespeuren. “Overdag ben ik moeder, ’s avonds student.” En vrije tijd dan? Ontspanning? Tijd met haar partner? “Met drie drukke kinderen overdag voelt mijn studie als mijn hobby. Als ik studeer is dat echt míjn tijd. In de weekenden kunnen we leuke dingen doen.”
Geen vangnet
Abushama vluchtte in 2015 vanuit Syrië naar Nederland nadat haar man dat anderhalf jaar eerder had gedaan. Hun beider families wonen in Duitsland, dus een groot vangnet hebben ze hier niet. “Gelukkig heb ik een goede man. Als ik druk ben, in het weekend moet leren voor een tentamen bijvoorbeeld, neemt hij de kinderen naar de speeltuin. Zonder hem had ik niet kunnen studeren.”
In het eerste jaar van haar bachelor werd Abushama zwanger van haar derde kind. Ze had een probleemloze zwangerschap, van de rustruimtes op de campus hoefde ze geen gebruik te maken en nadat ze was bevallen plande ze haar tijd zo in dat ze zoveel mogelijk thuis was en niet op de campus hoefde te kolven. Om tijd te besparen nam ze de auto in plaats van het openbaar vervoer vanuit haar woonplaats Alkmaar. Maar omdat DUO die kosten niet vergoedt, liepen de benzine- en parkeerkosten flink op. De coronaperiode gaf haar wat meer flexibiliteit. Zo werden veel colleges opgenomen die ze ’s avonds kon terugkijken, en de anatomielessen die ze gewoonlijk niet zou mogen bijwonen omdat daar stoffen vrijkomen die giftig zijn voor zwangere vrouwen, werden online gegeven.
Tentamen na keizersnee
Ze beviel van haar dochter net voor het einde van het academisch jaar, en dus zat ze een week na de keizersnee alweer in de collegebanken om haar laatste tentamen te maken. Ze haalde de toets in één keer. “Ik kwam met de auto, het was prima te doen.” Het studeren rond de bevalling ging haar ook goed af. “Ik had me van tevoren goed voorbereid. Mensen maken een situatie soms groter dan die hoeft te zijn. Als je het dan eenmaal doet, merk je dat het allemaal wel meevalt.”
Haar enige zware moment was toen een van haar zoontjes opgenomen werd in het ziekenhuis met longproblemen. Ze bleef de hele nacht wakker aan zijn bed en moest de volgende ochtend naar de VU voor een tentamen. “Gelukkig sliep hij.” Heeft ze in zulke momenten nooit overwogen om uitstel te vragen? “Ik verwacht dat ze dan zouden zeggen: ga maar naar de herkansing. Dat vind ik zonde.”
Schoolgaande kinderen
Rechtenstudent Marija Rinsma (45) heeft wél vaker moeten zoeken naar creatieve oplossingen. De covidperiode trok een zware wissel op haar oudste zoon die autistisch is. “We hebben alles geprobeerd, maar konden hem thuis niet de structuur bieden die hij nodig had.” Na lang overwegen woont hij nu in een woongroep waar hij therapie krijgt, hij komt er langzaam bovenop. “Jarenlange zware zorg viel daarmee opeens weg. Ik dacht toen: wat ga ik doen met de rest van mijn leven, niet achter de geraniums zitten.” Ze meldde zich in 2021 aan voor rechtsgeleerdheid en notarieel recht.
‘Als je een kind ziek thuis hebt zitten en je partner moet werken, dan hang je’
Maar studeren met drie schoolgaande kinderen van acht, elf en twaalf, hoe doe je dat eigenlijk? Veel informatie kon ze niet vinden op de VU-site. “Men gaat vaak ervan uit dat studenten met kinderen alleenstaande moeder zijn, baby’s hebben en deeltijd studeren, niet dat ze een partner hebben met schoolgaande kinderen en een fulltime studie volgen. Ik kon nergens tips vinden over het regelen van buitenschoolse opvang bijvoorbeeld.”
Voor eerstejaars worden de roosters ingedeeld. “Handig dat ze dat zelf niet hoeven doen, maar lastig met het plannen van de kinderopvang, die zitten vaak ver van tevoren vol en zijn niet zo flexibel met dagen wisselen”, zegt Rinsma. Uiteindelijk wist ze het na veel op en neer gemail met de onderwijsadministratie te regelen. Voor de inschrijfmomenten van vakken zet ze nu een wekker, zodat ze colleges zo veel mogelijk op dezelfde dag(en) kan plannen en de rest van de week vrije tijd heeft.
Maar niet alles is te plannen. “Als je een kind ziek thuis hebt zitten en je partner moet werken, dan hang je. Zeker met een aanwezigheidsplicht.” In die gevallen nam ze aantekeningen over van anderen. Ze vertelde de docent dan niet dat ze niet kon komen vanwege haar kinderen. “Iedereen mist weleens een college, of docenten daar nou begrip voor hebben interesseert me niet zo. Ik betaal me scheel aan collegegeld.”
‘Gigantisch duur’
Ondanks haar zorgvuldig geplande rooster gaan Rinsma’s kinderen alle dagen naar de buitenschoolse opvang. “Sommige mensen halen voldoening uit thuiszitten met hun kinderen, ik heb het als heel zwaar ervaren. Toen ik werkte in de luchtvaartindustrie was ik altijd onderweg. Thuis met kinderen voelde het soms als een gevangenis. Het is belangrijk dat je je blijft ontwikkelen, ook om zelfstandig te blijven.”
Maar is dat niet ook een luxe? Sommige ouders krijgen minder loon binnen dan ze kwijt zouden zijn aan fulltime kinderopvang. “Die periode heb ik ook gehad, dat mijn salaris direct naar de kinderopvang ging. Vanwege mijn leeftijd kan ik ook geen studiefinanciering of lening meer aanvragen. Maar mijn man verdient redelijk, we hebben vakantiegeld opgespaard en krijgen kinderopvangtoeslag. Het blijft gigantisch duur.”
Toch was ze vastberaden om te gaan studeren. “Zodat ik mijn kinderen later kan begeleiden in hun schoolkeuze. Mijn moeder heeft in het buitenland gestudeerd en kent het Nederlandse systeem niet, met mijn vader had ik na de scheiding weinig contact, die kon me niet begeleiden. Ik heb dat wel gemist. Ik wil mijn kinderen laten zien dat de universiteit geen enge plek is.”
Moedergroepen
Voor wie behoefte heeft aan contact met lotgenoten, raadt de VU op haar website twee groepen aan: Stichting Steunpunt Studerende Moeders en Amsterdam Mamas. Maar de vaders dan? Studentendecaan Fatiema Khadje houdt nauw contact met studerende ouders die daar behoefte aan hebben, maar is daarbij alleen nog vrouwen tegengekomen. “Over het algemeen zijn het ook moeders die de grootste verandering doormaken met de zwangerschap en eventuele vertragingen. Vaders zullen misschien roostertechnische problemen hebben met het ophalen van kinderen bijvoorbeeld, maar daar hoor ik ze niet over. Ik weet natuurlijk niet zeker waarom ze geen contact zoeken. Maar het staat ze vrij met mij een afspraak te maken.”
‘Tegen mannen zeggen ze nooit: Ga jij vijf dagen werken? En je kind dan?!’
Het feit dat informatie vooral gericht is op vrouwen, ziet Rinsma als symptoom van een groter probleem. “Van vaders wordt minder verwacht. Toen ik ging studeren, zeiden mensen tegen me: Je gaat je kinderen toch niet vijf dagen naar de opvang sturen? Tegen mannen zeggen ze nooit: Ga jij vijf dagen werken? En je kind dan?! Als mijn man de kinderen ophaalt van de kinderopvang, vermoeden ze dat we gescheiden zijn. Dat zijn de vooroordelen waar we in onze samenleving mee leven. Dat vind ik ook lastig aan dit interview: ik profileer mezelf nu echt als moeder, maar ik ben meer dan dat.”