Op de tweede lentedag werd op de Dam in Amsterdam gedemonstreerd tegen racisme én tegen fascisme. Demonstranten zien extreemrechts in de VS oprukken en ook in Nederland tastbare vormen aannemen. Waar de media voorzichtig de term radicaal-rechts gebruiken, spreken de demonstranten ronduit van fascisme. Maakt het uit hoe je antidemocratische maatregelen noemt: rechtsradicaal, extreemrechts of fascistisch? Ja, want wie niet wilt zwijgen over wat er gaande is, moet de dingen bij de naam noemen.
Nieuwe term
Geen enkele politieke partij wil extreemrechts worden genoemd, omdat je je daarmee niet kunt profileren als respectabel en gematigd. In Nederland werd de discussie rond het gebruik van extreemrechts actueel op 16 mei 2024 toen de voorzitter van de Tweede Kamer, Martin Bosma, Volt-Kamerlid Laurens Dassen berispte voor het gebruik van ‘extreemrechts’ in verband met de PVV.
Daarom werd de term radicaal-rechts geïntroduceerd en snel overgenomen door andere politieke partijen én door de pers. Intussen worden ook veel buitenlandse extreem-rechtse partijen in de Nederlandse media met radicaal-rechts aangeduid.
Geschiedenis van rechts en links
Een beetje geschiedenis: de termen ‘rechts’ en ‘links’ gaan terug op de zetelverdeling in de verschillende wetgevende organen tijdens de Franse Revolutie: rechts van de voorzitter van de Assemblée zaten leden van de geestelijkheid en de edelen, terwijl de vertegenwoordigers van de boeren en burgerij in het midden en links zaten, samen met alle afgevaardigden die tegen privileges waren. Aangezien zij in een halve cirkel waren opgesteld, bevonden zich zetels aan zowel de uiterste rechterkant als de uiterste linkerkant.
In de huidige Tweede Kamer zitten PVV’ers uiterst rechts, de PvdA/Groen links samen met de SP uiterst links. Deze van oorsprong ruimtelijke connotatie heeft natuurlijk ook een politieke connotatie: hoe verder van het midden, hoe radicaler de standpunten ten opzichte van dat midden, zowel aan de linker- als aan de rechterkant.
Loos mechanisme
Volgens sommigen zou ‘radicaal-rechts’ democratische instituties accepteren, terwijl ‘extreem-rechts’ gericht zou zijn op het gewelddadig ondermijnen van het democratische systeem. Het gebruik van de term radicaal-rechts voor een partij als de PVV suggereert dus dat de partij democratische instituties aanvaardt en net als de andere partijen in het parlement garant staat voor de rechtsstaat. De term geeft veel kiezers het geruststellende gevoel dat het met de PVV ‘zo’n vaart niet zal lopen’.
Hoewel de PVV de democratische methode (de instituties en procedures) respecteert, tonen zowel de standpunten van de leider en andere parlementariërs als het verkiezingsprogramma dat de partij het democratische ideaal (waarbij fundamentele mensenrechten centraal staan) helemaal niet aanhangt. En als de democratische methode niet wordt ondersteund door het democratische ideaal, wordt een democratie een loos mechanisme. Autoritaire krachten kunnen dan via de democratische instituties makkelijk beleid opleggen dat in strijd is met het democratische ideaal van waardigheid, gelijkheid, vooruitgang, vrijheid en verdraagzaamheid.
Polderfascisme
Dus hoe noemen we de politiek die de PVV bedrijft? Het gaat niet alleen om terminologie, maar om het effect dat het gebruiken van bepaalde termen heeft op de werkelijkheid. De PVV wil niet extreemrechts genoemd worden, maar heeft geen probleem met vriendschap met mensen die zich fascisten noemen en lid zijn van de Europese fractie Patriotten voor Europa.
De PVV wil niet extreemrechts genoemd worden, maar heeft geen probleem met vriendschap met mensen die zich fascisten noemen
Historicus Robert te Slaa en politicoloog Cas Mudde spreken bij voorkeur niet van fascisme maar van rechtspopulisme zo lang er geen sprake is van een samenhangende ideologie, van volledige uitsluiting en van dictatuur. Socioloog Jacob Boersema is minder terughoudend. Hij definieert ideeën van de PVV als ‘polderfascisme’ op basis van een aantal duidelijke kenmerken: het fascisme identificeert vijanden, spreekt de eigen groep toe en vervangt waarheid door macht.
NSB-symboliek
Laten we heenstappen over het gebruik door de PVV van symbolen die doen denken aan de NSB, zoals de zwevende meeuw op het logo en het gebruik van de historische Prinsenvlag, en ons uitsluitend richten op ideologie.
Het partijprogramma is, net als dat van eerdere verkiezingen, op veel punten niet door de grondwettigheidstoets van de Nederlandse Orde van Advocaten gekomen. Desondanks behaalde Wilders toch een grote verkiezingsoverwinning en kon hij zelfs een regering vormen, omdat hij beloofde een aantal punten uit zijn programma te ‘bevriezen’. Om maar twee dingen te noemen: de Islam moet worden verboden en de Eerste Kamer moet worden afgeschaft. Niemand kan garanderen dat die programmapunten niet worden ontdooid als de PVV bij toekomstige verkiezingen een grotere meerderheid krijgt.
Militante retoriek
Onder het mom van democratisch sociaal rechts beleid vormt de PVV een gevaar voor de democratie. Enerzijds door te banaliseren en normaliseren, anderzijds met militante retoriek: ‘ons eigen volk van harde werkers’ wordt ‘keihard gediscrimineerd’ in ‘ons eigen Nederland’ en ‘wij moeten ons eigen land terugveroveren’. Zodra er kritiek wordt geuit, worden democratische instituties aangevallen (‘nepparlement’, ‘nepvolksvertegenwoordigers’), net als de corrupte elite (pers, de wetenschap en de culturele sector zijn ‘linkse clubs’, ‘linkse hobbies’).
Een van de stokpaarden van Wilders is de strijd tegen de dubbele nationaliteit. Wilders en Bosma dienden in 2019 een wetsvoorstel in dat was bedoeld om zowel het kiesrecht als de mogelijkheid een publieke functie te bekleden te beperken voor mensen met een dubbele nationaliteit. Het voorstel werd door de Raad van State verworpen als discriminerend en daarom ongrondwettelijk.
Discriminatie is onacceptabel en onverenigbaar met het democratische ideaal
Iedereen met een beetje historisch besef ziet de overeenkomsten tussen Wilders’ concept van dubbele loyaliteit en de antisemitische propaganda van de Nazi’s: Joden zouden geen loyale Duitse burgers zijn omdat ze meer loyaliteit voor hun geloofsgenoten zouden voelen dan voor hun land. Wilders doelt niet op Joden, maar op moslims. In feite maakt het niet uit wie de doelgroep is. Het is het principe van discriminatie zelf dat onacceptabel is en onverenigbaar met het democratische ideaal.
Haat begint klein
De huidige coalitie blijkt nauwelijks een matigende werking te hebben op extreemrechtse ideeën, maar alleen op het dagelijkse taalgebruik, door radicaal-rechts te verkiezen boven extreemrechts. Om oog te hebben voor de stille processen die gaande zijn en om de retoriek van normalisering en banalisering te ontmaskeren, is het echter van groot belang de dingen bij de naam noemen.
Tijdens de Holocaustherdenking in het Wertheimpark in Amsterdam sprak overlevende Kees Beesemer afgelopen 26 januari de volgende waarschuwing uit: ‘Haat en onverdraagzaamheid beginnen klein. Als geruchten. Als haatdragende woorden. En we zien dat vandaag in onze maatschappij, in onze politiek weer gebeuren. Voor je het weet worden dat daden, die onherstelbare schade aanrichten. Daar mogen we niet over zwijgen.’
We mogen niet stil zijn. Zolang we blijven doen alsof dit “gewoon rechtspopulisme” is, geven we ruimte aan gevaarlijke ideologieën om zich in te kapselen in het politieke centrum.
Wat tegenwoordig Salonfähig is werd in de jaren tachtig als ronduit racistisch bestempeld. Janmaat lacht vanuit zijn graf. SP kan ervan meepraten. Hoewel ik de jaren tachtig standpunten van SP nog steeds onderschrijf.
De volgende vraag dringt zich op: zijn wij dan allemaal extreem rechts geworden, of is dit the sign of the times?
Wat er op grotere schaal gebeurt, Europa, en, in extremi, de VS, duidt er wel op.
Nu kun je je afvragen hoe dat komt.
Een ding vermoed ik: doorgeslagen politieke correctheid, waarbij je bepaalde dingen niet meer mocht zeggen, want tere zieltjes konden/kunnen er niet tegen. Het sijpelde overal door. In wetten, regeleingen, internationale agreements en regulations (EU commissie). Er is niets mis met bv EVRM, maar wat er wel is dat mensen, slecht geïnformeerd, een podium hebben (in de VN, bv, toen een mevrouw zwarte Piet direct als racistisch bestempelde zonder de historie ronbdom st Nicolaas te kennen, , en een roeptoeter in NL alle Nederlanders medeplichtig verklaarde aan slavernij)
Dat soort dingen bouwt zich op.De kortste weg is kort door de bocht. Ofwel populisme.