Nog altijd zijn VVD en PVV bang dat er in de wetenschap sprake is van zelfcensuur en gebrek aan perspectieven, bleek deze week in een debat over wetenschapsbeleid. GroenLinks uitte soortgelijke zorgen.
“De discussie over de vrijheid van wetenschapsbeoefening hoort bij een gezond wetenschapsklimaat”, zei minister Ingrid van Engelshoven toen verschillende partijen over zelfcensuur en aanverwante problemen in de wetenschap spraken.
Maar is er werkelijk een structureel probleem, zoals VVD en PVV vermoeden? De PVV nam de gelegenheid te baat om de ‘linkse echokamer’ te hekelen waarin wetenschappers zich zouden bevinden. Kamerlid Harm Beertema haalde uit naar onder meer ‘klimaatalarmisten’ en linkse sociaalwetenschappers.
Open sfeer
Zo fel trok VVD-Kamerlid Judith Tielen niet van leer, maar ook zij stelde de vraag of het wel goed gaat in de Nederlandse wetenschap. “Is de sfeer op de campussen voldoende open?”, wilde ze weten.
Het onderwerp ligt gevoelig. De huidige voorzitter van universiteitenvereniging VSNU, Pieter Duisenberg, diende vorig jaar als VVD-Kamerlid een omstreden motie in: hij wilde wetenschapsgenootschap KNAW vragen om een onderzoek naar eventuele zelfcensuur. Critici vermoedden dat hij linkse voorkeuren van wetenschappers aan de kaak wilde stellen, maar dat ontkende hij.
Niet mee bemoeien
Toenmalig minister Jet Bussemaker weigerde om de motie uit te voeren. “Ik denk dat de politieke voorkeuren van wetenschappers vrij divers zijn, maar dan nog: de overheid moet zich daar niet mee bemoeien”, zei ze in een interview met het HOP. Uit eigen beweging ging wetenschapsgenootschap KNAW toch aan de slag en nam de stand van zaken onder de loep. Nee, was de conclusie, de wetenschap is geen links bolwerk en van zelfcensuur is geen sprake.
Naar die uitkomst verwees D66-minister Van Engelshoven, maar het kon VVD en PVV niet op andere gedachten brengen. “De minister heeft geen zorgen over de academische vrijheid en daar zou ik natuurlijk graag in meegaan”, zei het liberale Kamerlid Tielen, “maar ik ben er zelf niet helemaal zeker van dat de diversiteit van overtuigingen voldoende ruimte heeft. Wat ik daarmee doe, daar moet ik nog even op kauwen.”
Gestoorde genieën
Niet alleen deze rechtse partijen vreesden dat wetenschappers met onwelgevallige meningen het weleens moeilijk hebben. Dat gold ook voor GroenLinks, al was het om andere redenen. Kamerlid Zihni Özdil brak een lans voor “de spreekwoordelijke gestoorde genieën” waar we zoveel doorbraken aan te danken hebben.
Als onderzoekers tegenwoordig een beurs willen aanvragen bij onderzoeksfinancier NWO, moeten ze een ‘inbeddingsgarantie’ van een universiteit op zak hebben, oftewel de belofte dat ze bij een bepaalde universiteit hun onderzoek mogen uitvoeren. Het kan nog lastig worden om die garantie te krijgen, stelde Özdil, als je toevallig andere opvattingen hebt dan de decaan.
Bureaupolitiek
Özdil: “Op een rare manier sluit het aan bij wat de heer Beertema net zei. Ik hoor soms van jonge wetenschappers dat hun onderzoeksvoorstellen, ongeacht de wetenschappelijke merites, om politieke redenen geen doorgang vinden. Gelukkig leven we niet in Turkije of Noord-Korea, dat klopt, maar het probleem waar we het over hebben bestaat wel degelijk: bureaupolitiek in de academische wereld.”
Van Engelshoven erkende dit, al leek het probleem haar niet zo groot. Je kunt die inbeddingsgarantie immers ook van een andere dan je eigen universiteit krijgen, dus dan zit je niet aan het politieke gedoe in één specifieke faculteit vast. Daarnaast is het de bedoeling dat wetenschappers dankzij zo’n garantie meer kans gaan maken op een vaste baan en dat is ook wat waard. “We moeten twee belangen dienen, op deze manier hebben we een balans gevonden.”
Meer diversiteit
Ten slotte kwam de diversiteit aan perspectieven in de wetenschap nog op een derde manier ter sprake: via de genderdiversiteit. Kan de minister daar nog een extra zwengel aan geven nu er extra geld naar de wetenschap gaat, wilden Kamerleden van D66 en ChristenUnie weten. Ze is immers ook minister van emancipatie.
Dat wilde ze wel. Het is goed om de diversiteit in de wetenschap te vergroten, stelde ze, “omdat het ook nieuwe perspectieven kan toevoegen aan het onderzoeksteam”. Ze dacht niet alleen aan vrouwen in de wetenschap – die misschien al vroeg in hun carrière een extra zetje moeten krijgen – maar ook aan vluchtelingen met een onderzoeksachtergrond: die moeten wat haar betreft een kans krijgen.