De leenstelselcoalitie van PvdA, VVD, GroenLinks en D66 blijkt nog niet helemaal tevreden over het ‘wetsvoorstel studievoorschot’ van onderwijsminister Bussemaker. De vier partijen stellen een aantal wijzigingen voor.
PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis wil dat het minimumbedrag dat oud-studenten maandelijks moeten terugbetalen flink omlaag gaat. Nu moet er minstens 45 euro worden afgelost, ook als het werkelijke bedrag in feite lager zou zijn. Als het aan Mohandis ligt, wordt dat minimumbedrag in het nieuwe leenstelsel vijf euro. Zo lossen oud-studenten maandelijks nooit te veel af.
Studiefinanciering voor minderjarigen
Paul van Meenen (D66) stelt voor dat het adviesrecht van de medezeggenschapraad op de begroting blijft bestaan. In eerste instantie zou dat vervangen worden door het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting, nu blijven beide bepalingen naast elkaar in de wet staan. De adviezen van studenten en docenten zijn een belangrijke aanvulling op het recht om een begroting af te keuren, aldus het amendement.
Tot slot wil Jesse Klaver (GroenLinks) dat jongeren al vanaf de eerste dag dat ze studeren recht hebben op studiefinanciering. Dit is nu nog afhankelijk van het moment waarop ze achttien worden. Daardoor krijgen studenten die eind augustus jarig zijn, pas in oktober studiefinanciering.
Gehandicapte studenten
De Kamerleden hebben zich verzekerd van de steun van een meerderheid van de Tweede Kamer: de partijen die het leenstelsel steunen, hebben de drie ingediende amendementen allemaal ondertekend.
Ook de partijen die mordicus tegen afschaffing van de basisbeurs zijn, proberen het wetsvoorstel van minister Bussemaker nog wat aan te passen. Carola Schouten (ChristenUnie) wil bijvoorbeeld dat uitwonende studenten met een handicap een hogere tegemoetkoming krijgen en Jasper van Dijk (SP) hoopt dat huidige bachelorstudenten nog een basisbeurs krijgen voor hun masteropleiding.
Wetsvoorstel studievoorschot
Tot nu toe zijn er negentien amendementen ingediend. Vele zullen het niet halen: een amendement heeft een meerderheid van de Kamer nodig of goedkeuring van de minister. Vanmiddag praat de Tweede Kamer met minister Bussemaker van Onderwijs over het wetsvoorstel studievoorschot. Over de wet en de amendementen wordt volgende week dinsdag gestemd.