Nederland valt dit jaar net buiten de top 5 van meest concurrerende economieën ter wereld, meldt het World Economic Forum. De Verenigde Staten voeren de ranglijst aan.
Vorig jaar stond Nederland op nummer 4. Eigenlijk had dat nummer 5 moeten zijn, als de enigszins vernieuwde methode van deze editie al was toegepast. Hoe dan ook zakt Nederland een klein beetje weg naar de zesde plaats.
Achter koploper VS komt Singapore, waarna deze keer Duitsland, Zwitserland en Japan volgen. En dan pas Nederland.
De ranglijst weegt onder meer hoe stabiel een staat is, hoe betrouwbaar het rechtssysteem functioneert, hoe innovatief de economie is en hoe goed het onderwijs presteert. Nederland scoort op allerlei gebieden bijzonder hoog.
Investeringen
Alleen blijven de investeringen in onderzoek nogal achter: daarin zijn we de nummer 19 van de wereld. Ook komen bedrijven een beetje moeilijk aan hoogopgeleid personeel (15e plaats) en is nascholing (een leven lang leren) nog niet vanzelfsprekend.
Hoogleraar Henk Volberda van de Rotterdam School of Management waarschuwt dat er allerlei ‘disruptieve technologieën’ aankomen, die de economie op zijn kop kunnen zetten: van kunstmatige intelligentie tot gentechnologie. Daar zou het kabinet meer in moeten investeren, vindt hij, zodat Nederland vooroploopt.
De ranglijst is gebaseerd op openbare data, maar ook op een enquête onder executives in het bedrijfsleven: hoe waarderen zij allerlei aspecten van de economie en samenleving? Hun mening weegt voor dertig procent mee.
Hamer
Nederland stond in het jaar 2000 op nummer 4, maar zakte in de jaren erna uit de top tien. Een motie van toenmalig PvdA-Tweede Kamerlid Mariëtte Hamer riep het kabinet op om ervoor te zorgen dat Nederland weer tot de top vijf zou behoren. Dat lukte voor het eerst in 2012 en daarna weer in 2015, 2016 en 2017.