Wie in september 2014 aan een masteropleiding begint, krijgt geen basisbeurs meer als minister Bussemaker haar zin krijgt. Ze scheldt de schuld kwijt van studenten die slagen voor tweejarige masteropleidingen waaraan veel behoefte is op de arbeidsmarkt.
In plaats van de basisbeurs kunnen masterstudenten straks nog wel tegen gunstige voorwaarden een lening afsluiten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Die kunnen ze na afstuderen in twintig jaar terugbetalen.
Techniek wordt ontzien
Bij studenten die een tweejarige master in de techniek of in andere tekortsectoren afronden, wordt een deel van hun schuld kwijtgescholden. De minister wil voorkomen dat studenten zulke tweejarige masteropleidingen links laten liggen omdat ze die te duur vinden. Ook voor sommige eenjarige masteropleidingen maakt Bussemaker een uitzondering mogelijk, bijvoorbeeld bij de lerarenopleidingen.
Sneller aanvullende beurs
Een verdere tegemoetkoming aan de critici van het leenstelsel is dat studenten van wie de ouders ten minste vijftien procent aan inkomsten hebben ingeleverd sneller in aanmerking komen voor een hogere aanvullende beurs. Nu krijgen ze die pas als ze kunnen aantonen dat deze inkomensteruggang minstens drie jaar aanhield. Straks wordt die periode tot één jaar beperkt. Met de versoepeling in de aanvullende beurs speelt minister Bussemaker in op het groeiend aantal zzp’ers met schommelende inkomsten.
Bachelors later de klos
Later wil het kabinet de basisbeurs ook afschaffen voor bachelorstudenten, maar minister Bussemaker kondigde al aan dat ze daar een jaar langer de tijd voor neemt. Pas in september 2015 zullen bachelorstudenten onder het sociaal leenstelsel gaan vallen, als het kabinet dat plan door de Tweede en Eerste Kamer weet te leiden.
Nog geen meerderheid Eerste Kamer
In de Eerste Kamer is nog geen meerderheid voor het afschaffen van de basisbeurs. D66 en GroenLinks kunnen het kabinet helpen en zijn niet principieel tegen een leenstelsel. Ze onderhandelen al weken met de minister over de voorwaarden, maar zijn nog niet tot een akkoord gekomen. D66 wil extra onderwijsinvesteringen, GroenLinks wil een hogere aanvullende beurs en minder collegegeld.
In het vorige kabinet wilden VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV de basisbeurs voor masterstudenten schrappen. De minister kon voortbouwen op dat wetsvoorstel. Zij rekent op de steun van deze twee oppositiepartijen in de senaat, liet ze merken in een interview met het Hoger Onderwijs Persbureau.
Maar CDA en PVV hebben al laten weten dat ze tegen zullen stemmen. Ze willen de basisbeurs helemaal niet opgeven, ook niet voor masterstudenten, en hadden in de vorige regeerperiode slechts een compromis gesloten met de VVD.
De toenmalige regeringspartijen zouden tegelijkertijd een langstudeerboete invoeren: een verhoogd collegegeld voor studenten die meer dan een jaar uitliepen in hun opleiding. Die boete ging alsnog van tafel toen de PvdA in de regering kwam. Daarvoor in de plaats komt het leenstelsel, dat studenten veel meer geld kost.
Sobere OV-kaart
Het huidige kabinet is ook van plan de ov-studentenkaart te versoberen. Oppositiepartijen willen dat onderwerp graag koppelen aan het debat over de basisbeurs, terwijl het kabinet ze los van elkaar wil zien.