De fractievoorzitters zijn er bijna uit: waarschijnlijk wordt het plan om de basisbeurs af te schaffen morgen gepresenteerd. Minister Bussemaker heeft D66 en GroenLinks over de streep getrokken.
Het kabinet zou 200 tot 300 miljoen uittrekken om de effecten van het leenstelsel te verzachten, meldde de Volkskrant gisteren al. De aanvullende beurs wordt verhoogd en ook studenten met weigerachtige of onvindbare ouders houden er recht op.
Arme studenten
Het hele akkoord wordt – als de vier fractievoorzitters het eens zijn – woensdag gepresenteerd, meldt een bron aan het Hoger Onderwijs Persbureau. Van verschillende kanten is bevestigd dat de Volkskrant op het goede spoor zit.
Heel verrassend is de verzachting niet. GroenLinks heeft altijd gezegd dat de partij alleen akkoord kan gaan met het afschaffen van de basisbeurs als armere studenten een hogere aanvullende beurs krijgen. Het liefst wil de partij daarnaast het collegegeld verlagen en de ov-studentenkaart in zijn huidige vorm behouden.
Portemonnee trekken
D66 had een deel van zijn wensen vorig jaar al binnengesleept, toen het kabinet vorig jaar vijfhonderd miljoen extra uittrok voor het onderwijs. Maar dat bedrag kwam niet in de buurt van het miljard dat de partij wenste: waarschijnlijk moet het kabinet nog een keer de portemonnee trekken.
Ook het terugbetaalregime gaat veranderen. Nu moeten studenten hun studieschuld binnen vijftien jaar afbetalen, maar die termijn wordt opgerekt. Zo worden de maandlasten lager, maar betalen studenten wel meer rente.
Betalen in de spits
Over de ov-studentenkaart zijn nog geen knopen doorgehakt. De verwachting is dat studenten vanaf 2017 in ieder geval in de spits niet meer gratis mogen reizen. Minister Bussemaker wil 425 miljoen euro besparen op de kaart, grofweg de helft van wat die nu kost.
Als alles volgens plan verloopt verdwijnt de basisbeurs in 2015, en gaat de bezuiniging op de ov-studentenkaart in 2017 in. Oorspronkelijk wilde minister Bussemaker al in 2014 een leenstelsel invoeren, maar ze moest terug naar de tekentafel toen ze eind vorig jaar niet genoeg steun kon vinden in de Eerste Kamer. Daar heeft de coalitie van PvdA en VVD geen meerderheid.