Romy Claassen had verwacht dat er veel overeenkomsten zouden zijn in de opvattingen van hoogopgeleide Nederlanders met een Turkse of Noord-Afrikaanse achtergrond over seksualiteit en relaties. Maar die opvattingen bleken, zelfs tussen vriendinnen, erg uiteenlopend.
Is je onderzoek gelopen zoals je had verwacht? “Nee, ik heb onderschat hoe moeilijk het zou zijn om mensen te vinden die willen praten over seksualiteit, vooral mannen. Uiteindelijk heb ik 5 jongens gevonden en 12 meiden, maar dat heeft me heel veel tijd gekost.”
Relaties en seksualiteit van Turkse en Noord-Afrikaanse Nederlanders
Romy Claassen | 26 | master sociologie | cijfer 7 | 24 ects.
Wat zou je met de kennis van nu anders aanpakken? “Ik zou meteen beginnen met het daadwerkelijke onderzoek en niet te lang blijven hangen in het theoretisch kader. Dat kun je achteraf ook nog schrijven.”
Wat is je grootste ontdekking? “Dat er niet zoiets bestaat als een opvatting van Turkse en Noord-Afrikaanse Nederlanders over seksualiteit. Hun ideeën daarover zijn zo divers: ik sprak vriendinnen van wie de een alles al had gedaan en de ander vond dat je moest wachten tot het huwelijk. Als ik mensen eenmaal sprak, waren ze heel open.”
Ben je goed begeleid? “Ja, toen het zo moeilijk liep om respondenten te vinden, bleef mijn begeleider Sawitri Saharso me motiveren. Ze hielp me ook goed bij het opstellen van de vragenlijst.”
Ga je er verder nog iets mee doen? “Toen ik de scriptie eindelijk af had, was ik er helemaal klaar mee. Maar nu begint het weer te kriebelen. Het is zo’n interessant onderwerp. Saharso stelde voor om er een artikel van te maken. Misschien ga ik dat nog doen.”