Geneeskundestudenten krijgen vaak te maken met grensoverschrijdend gedrag als ze stagelopen in een ziekenhuis. De meeste voorvallen worden niet gemeld, blijkt uit een enquête.
Bijna 17 procent van de geneeskundestudenten komt in aanraking met ongewenst gedrag tijdens hun coschappen (medische stages). Het gaat met name om scheldpartijen en intimidatie (30 procent). Ook is bijna een vijfde het slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat meldt belangenvereniging De Geneeskundestudent op grond van een enquête.
Ongewenst gedrag
Meer dan 2.800 geneeskundestudenten, van wie 1.257 coassistenten, vulden de vragenlijst in. Onder de respondenten was 80 procent vrouw. Van het totaal kreeg een tiende te maken met grensoverschrijdend gedrag.
Als aanstichters worden medisch specialisten het meest genoemd (37 procent). Ook patiënten of hun familieleden misdragen zich weleens: een vijfde van alle gevallen komt van zulke ‘externe bronnen’. Meer dan driekwart van de voorvallen wordt niet officieel gemeld. Coassistenten zijn bang om zich uit te spreken, zegt voorzitter van de Geneeskundestudent Pim den Boon. “Ze zijn tijdens de coschap voor een aantal weken verbonden aan een afdeling in een ziekenhuis. En in die tijd zijn ze zeer afhankelijk van de medisch specialisten waar ze mee samenwerken. Ze worden ook door hen beoordeeld.”
Taboe doorbreken
Volgens Den Boon moeten medisch specialisten elkaar aanspreken op hun gedrag. “Zo kunnen we het taboe doorbreken en het makkelijker maken voor coassistenten om ongewenst gedrag te melden. Ook het gedrag van patiënten en hun familieleden moet bespreekbaar zijn. Het zou goed zijn als er meldpunten bij alle faculteiten en ziekenhuizen komen.”
Vorige week werd een internist uit zijn vak gezet omdat hij vrouwelijke coassistenten in de schaamstreek had betast en hen filmde terwijl ze ontkleed waren. Het was de eerste keer dat het tuchtcollege een klacht van coassistenten over een arts in behandeling nam.