Nu de bètaverhuisplannen van de VU en de UvA niet doorgaan, moet de nieuwbouw op de VU-campus ineens heel anders worden ingericht. Bètadecaan Schreiber weet nog niet wie waar terechtkomt.
Die dure glasvezelkabel die de informatici van de UvA nodig zouden hebben als ze naar de VU-campus zouden komen, is nu dus niet meer nodig? “Volgens mij moet die er gewoon komen. Zo duur is die kabel nu ook weer niet en die is ook handig voor onze eigen medewerkers.”
Wat gaat er verder veranderen? “Een heleboel: in het Nieuwe Universiteitsgebouw komen straks alleen VU-wetenschappers en in het Schooltuinengebouw ook. Met dat laatste gebouw zijn we in de ontwerpfase. Daar kunnen we nog aanpassingen doen, maar in het nieuwe gebouw is dat lastiger. Daar moet nu wel ongeveer vast komen te staan wat voor functie de ruimtes krijgen.”
Is dit een drama voor de VU? “Helemaal niet. We zitten hier op een toplocatie. We zijn een grote faculteit met wereldtoppers op alle gebieden. Ik denk nog steeds dat de samenwerking uiteindelijk beter is voor de bètawetenschappen in Amsterdam, vooral als je naar de toekomst van afdelingen als natuurkunde en informatica kijkt, maar ik verwacht dat die toch wel blijven samenwerken.”
Kan het zijn dat de natuurkundigen van de VU alsnog naar het Science Park gaan? “We gaan met elke afdeling praten en alle opties liggen wat mij betreft open, maar de UvA heeft al ruimtegebrek op het Science Park en dat wordt alleen maar erger omdat hun informatici niet naar de VU-campus gaan.”
Door het afblazen van de plannen gaan er zo’n 500 wetenschappers en ondersteuners niet verhuizen. Er zijn vast ook mensen die daar blij om zijn. “Voor de aardwetenschappers was de verhuizing een mixed blessing. Zij zullen blij zijn dat ze nu niet worden gescheiden van het Instituut voor Milieuwetenschappen en ecologie. ”
U klinkt niet boos op de UvA. “Het komt ook niet ineens uit de lucht vallen. Dat het mis zou gaan, kon je de afgelopen weken zien aankomen. Dit zegt wel veel over de slagkracht van het UvA-bestuur. Of ze vonden de bètasamenwerking niet belangrijk genoeg. In elk geval hebben ze gekozen voor hun studenten en niet voor hun medewerkers. Maar onze verhouding met de mensen van de bètafaculteit van de UvA blijft goed. Die balen hier ook van.”
En de UvA-medewerkers die al in het O2-gebouw zitten, moeten die nu terug naar het Science Park? “Als ze goed kunnen samenwerken met onze mensen, ga ik niet zeggen dat ze per se terug moeten. Maar we moeten wel kijken of er ruimte is.”